Het college heeft op oneigenlijke gronden een besluit tot vergunningverlening genomen voor het tijdelijk opvangen van asielzoekers. Dit is in tegenspraak met haar eigen standpunt zoals verwoord tijdens de raadsvergadering van 14 oktober jl. Dit betekent dat er een nieuw besluit genomen moet worden genomen na een debat met de gemeenteraad.
AANLEIDING/TOELICHTING:
Op 14 december jl. heeft de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) een aanwijzing gekregen van minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie & Veiligheid) om noodopvang te realiseren voor asielzoekers.
De voorzitter van de VRR heeft de bevoegdheid van aanwijzen overgenomen en die aan een aantal gemeenten, waar onder Vlaardingen, opgelegd. De aanwijzing vanuit het Rijk is niet juridisch bindend gebleken, omdat er naar nu blijkt er geen juridische grondslag hiervoor is in de Nederlandse wet- en regelgeving.
De aanwijzingsbevoegdheid van de voorzitter van de VRR is aan strikte wetgeving gebonden en heeft alleen rechtskracht in een zogenaamde GRIP 4 en/of GRIP 5 situaties. Een GRIP 4 en/of GRIP 5 situatie was in dit geval niet aan de orde.
Tegen de achtergrond van de aangenomen motie van VVD en VV2000/Leefbaar Vlaardingen op 14 oktober jl. stond vermeld “De opvang te bieden tot uiterlijk acht weken na de ingebruikname van de boot en daarna te stoppen met deze opvang, zoals voorgesteld door het COA zelf. Afspraak is immers afspraak.”
STANDPUNTEN, OVERWEGINGEN EN DISCUSSIEPUNTEN:
Aan de orde moet ONS inziens komen:
Wat de verhouding is tussen het feit dat er geen juridische grondslag is voor de aanwijzing van minister Ollongren en staatssecretaris Broekers-Knol enerzijds en het besluit dat de burgemeester en/of college nam om de opvang van asielzoekers te verlengen;
De rechtsgeldigheid en daarmee de juridische houdbaarheid van het genomen besluit door de burgemeester en/of het college nu er geen sprake is van een formele aanwijzing;
Dat het college heeft besloten om de opvang van vluchtelingen te verlengen zonder de gemeenteraad daarover mee te laten besluiten;
Wat het is standpunt van de raad over de houdbaarheid van de aangenomen motie van VVD en VV2000/Leefbaar Vlaardingen;
Of de raad het wenselijk acht om de opvang te stoppen.
Mede indieners:
F.G.C. Hoogendijk
J.W. Hogewoning
B. Vuijk
R. van Haren
G. Pappers
A. Kloosterman
D. de Jong