Het positieve resultaat van de jaarstukken 2020 is een eenmalige meevaller en heeft nauwelijks structurele invloed op de begroting van de gemeente. Dat laat het meerjarenperspectief in de vandaag door het college vastgestelde kadernota zien. Hieruit blijkt dat Vlaardingen vanaf 2023 een positief sluitende begroting heeft, maar dat de vooruitzichten nog steeds manen tot financiële terughoudendheid. Daarnaast zijn er de komende jaren grote onzekerheden die een stevige impact kunnen hebben op de gemeentelijke meerjarenbegroting. Uitvoering van het Herstelplan en de aanvullende ombuigingen blijft daarom noodzakelijk.
Wethouder Jules Bijl (Financiën) legt uit: “We weten niet welke impact de gevolgen van de coronapandemie en ontwikkelingen zoals verandering in wet- en regelgeving (bijvoorbeeld de Omgevingswet) op onze begroting gaan hebben. De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn moeilijk in te schatten. Daarnaast moeten de maatregelen uit het Herstelplan en de aanvullende ombuigingen in grote mate nog worden gerealiseerd voordat de financiële effecten ervan, zoals die in het meerjarenperspectief zijn meegenomen, ook daadwerkelijk zeker gesteld zijn. Daarom moeten we strak blijven sturen op onze financiën en onder andere met onze samenwerkingspartners aan de bak om de doelstellingen verder in te vullen.”
1e voortgangsrapportage
Het college stelde vandaag ook de 1e voortgangsrapportage vast. Door middel van de voortgangsrapportage wordt de gemeenteraad op de hoogte gesteld van de financiële afwijkingen op de lopende begroting en wordt de raad voorgesteld de begroting naar aanleiding van deze afwijkingen aan te passen. De 1e voortgangsrapportage laat hetzelfde beeld zien. Voorafgaand aan de 1e voortgangsrapportage was het saldo € 748.000 positief. Door een aantal negatieve bijstellingen van in totaal € 734.000, blijft er van het positieve saldo uiteindelijk maar € 14.000 over, zo wordt nu verwacht. Wel laat de 1e voortgangsrapportage zien dat de gemeente over het algemeen op koers ligt met de uitvoering van het Herstelplan en de aanvullende ombuigingen.
Kadernota
Gezien de nog steeds uitdagende financiële positie van de gemeente, stelt het college in de kadernota van dit jaar daarom ook alleen aan de raad voor om geld uit te geven aan onvermijdbare en onuitstelbare ontwikkelingen. Zo zijn er een aantal ontwikkelingen die op de gemeente afkomen waar de gemeente geen of beperkt invloed op heeft. Te denken valt aan gevolgen van gewijzigde wet- en regelgeving zoals de Omgevingswet, areaaluitbreiding of actualisatie van onderhoud van bijvoorbeeld civieltechnische werken. Daarnaast zijn er een aantal nieuwe ontwikkelingen die investeringen vragen. Zo heeft de coronapandemie er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er binnen de gemeente extra inzet nodig was en is om digitaal samenwerken te optimaliseren. Tenslotte zijn er ook nog investeringen nodig om de ombuigingen uit het Herstelplan uit te kunnen voeren.
Orde op zaken
In het Herstelplan stelde het college zichzelf tot doel om in 2022, als de collegeperiode voorbij is, een leefbare stad achter te laten met een structureel gezonde begroting. De eerste stappen daartoe zijn gezet. Wethouder Bijl: “We kunnen zeggen dat het dankzij hard werken en het maken van moeilijke keuzes door zowel de raad, het college als de ambtelijke organisatie gelukt is om orde op zaken te stellen, de negatieve ontwikkelingen tot staan te brengen en om perspectief te bieden voor de toekomst.”
Hiermee laat het college in 2022 een stevig fundament achter waarop verder gebouwd kan worden aan een leefbare en financieel gezonde stad.