In de raadsvergadering van 19 december 2019 stelde de raad unaniem de Verordening maatschappelijke ondersteuning MVS 2020 vast. Een verordening die bleef voorzien in het toepassen van maatwerk. In lijn ook met het door het college van B&W zelf in het herstelplan gestelde:
Maatwerk
We gaan ons richten op meer maatwerk. Wat de inwoner nodig heeft is leidend en niet het recht op een voorziening of een standaardaanbod. We laten de ondersteuning zo veel mogelijk plaatsvinden in de directe omgeving en binnen het normale dagelijkse leven van inwoners. We zetten in op normalisatie; niet alles moet wat kan.
Ook de op 17 december 2020, overigens zonder instemming van het AOV, door de raad aangenomen Verordening maatschappelijke ondersteuning MVS 2021 zou niets wijzigen ten aanzien van maatwerkmogelijkheden voor cliënten die aangewezenzijn op huishoudelijke hulp (SH).
Toch blijkt in de praktijk dat de uitvoeringsnota van het College van B&W, die volgde uit de Verordening maatschappelijke ondersteuning MVS 2020, voor de uitvoeringsinstantie ROG aanleiding is, bij herindicatie van bestaande beschikkingen, het maatwerk te schrappen. In situaties waarin cliënten voorheen zelf meer uren inkochten, wat niet meer mogelijk is, wordt niet gekeken of de persoonlijke omstandigheden van de cliënt vragen om het leveren van maatwerk. Bij cliënten die eerder, bij de invoering van de decentralisaties een bezwaar indienden dat gegrond verklaard werd, wordt toegewezen maatwerk niet langer toegepast en worden nieuwe bezwaren in gelijke of verergerde situaties ineens niet gegrond verklaard. Het lijkt of er niet gekeken wordt naar de menselijke maat, maar slechts naar kostenreductie.
Het AOV heeft daarom concreet de volgende vragen:
Vraag 1.
Hoeveel Vlaardingse cliënten waren per 1 januari 2020 aangewezen op huishoudelijk hulp (SH)?
Vraag 2.
Hoeveel beschikkingen voor het ontvangen van huishoudelijke hulp zijn in 2020 herzien?
Vraag 3.
Hoeveel bezwaarschriften zijn er naar aanleiding van de onder vraag 2 genoemde herziene beschikkingen ontvangen?
Vraag 4.
Kunt u aangeven welke kosten gemoeid zijn met het herzien van beschikkingen huishoudelijke hulp en de kosten van de procedure van de daaraan gerelateerde bezwaarschriften?
Vraag 5.
Hoeveel bezwaarschriften zijn gegrond verklaard?
Vraag 6.
Hoeveel keer is maatwerk toegepast?
Vraag 7.
Hoeveel keer zijn cliënten begeleid naar meer ondersteuning onder de Wet langdurige zorg?
Vraag 8.
Hoe vaak komt het voor dat de Wet langdurige zorg, die voor cliënten duurder is, niet haalbaar is in relatie tot het inkomen van cliënten?
Vraag 9.
Wordt er in situaties zoals genoemd onder vraag 8 wel maatwerk toegepast?