Londen, september 1940. Duitse bommenwerpers zijn begonnen met bombardementen op de Engelse hoofdstad, die acht maanden zullen duren. Ruim 175.000 inwoners gaan elke nacht de Ondergrondse in om er te slapen en in de hoop zo de aanvallen van de Duitsers te overleven. Het boek De tunnel van Anna Woltz verhaalt over vier jongeren, die elkaar bij toeval in de metrobuizen tegenkomen en met elkaar optrekken. De vijftien jaar oude Quinn en haar broer Sebastian, die studeert, ontmoeten de veertienjarige Ella, die net genezen is van polio. Ze komen de opvallende verschijning Jay tegen, die twee jaar ouder is dan Ella en grote indruk op haar maakt.