Augustus 198zoveel. Als Ton Lebbink van een poëzieavond terugkeert naar zijn tweede huis Café Helmers, treft hij daar voor het eerste zijn aanstaande muze aan; de latere dienster Caroline. De dubbele treinreis, het afgelopen optreden, het succes van zijn twee elpees, zijn onregelmatige drum solocarrière, wat ook ter wereld … alles is per direct, als een tweede oerknal, van ook maar de minste schijn van belangrijkheid ontdaan.