Een kleine jongen - hij heeft in het boek ‘Opa, ga je mee?’ geen naam gekregen - vraagt aan zijn grootvader, die in de tuin aan het werk is, of hij meegaat naar zee. Ze zullen gaan zwemmen, vliegeren, een kasteel bouwen en niet te vergeten schelpjes zoeken. Terwijl ze schelpen zoeken, is het kind ineens zijn opa kwijt. Waar is opa nu gebleven?