Vanaf vandaag heeft Vlaardingen een wijkbrandweerman, René Vonk. Hij werkt vanuit de brandweerkazerne en gaat met name met kwetsbare Vlaardingers en organisaties in gesprek over brandveiligheid. Op donderdag 7 april tekenden burgemeester Bert Wijbenga en Arjen Littooij, directeur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR), daarvoor een dienstverleningsovereenkomst tussen de gemeente Vlaardingen en de Veiligheidsregio.
Steeds meer regio's stellen een wijkbrandweerman/vrouw aan, vaak eerst bij wijze van proef. Het doel van een wijkbrandweerman is bewustwording via persoonlijk en laagdrempelig contact.
Bewustwording
René Vonk: “Als wijkbrandweerman ga ik bijvoorbeeld naar woongebouwen van corporaties en VVE’s voor voorlichtingsbijeenkomsten. Ouderen kunnen vervolgens aangeven of ze ook persoonlijk bezoek willen, om de brandveiligheid in de woning te bespreken tijdens een woningcheck. Er wordt dan ook gelijk een rookmelder op gehangen.”
De wijkbrandweerman houdt ook spreekuren, bezoekt een wijkcentrum of nodigt mensen uit op de kazerne voor een lunch, het ‘Broodje Brandweer’. Een ambassadeur voor brandveiligheid die goed zichtbaar is in de stad op zijn elektrische rode scooter.
Zichtbaarheid
Om in de haarvaten van de wijk te komen vormt de wijkbrandweerman netwerken met allerlei partijen. Naast de gemeenten ook met thuiszorgorganisaties, welzijnsorganisaties en woningbouwcorporaties.
Daarnaast is hij ook actief op social media, om zo mensen aan zich te binden en de zichtbaarheid te vergroten.
De wijkbrandweerman houdt goed contact met brandweervrijwilligers in de gemeente. Als er een brand is geweest, kan een wijkbrandweerman meteen de volgende dag in de wijk zijn, spreekt mensen aan en kan informatie geven over brandveiligheid. Maar ook kan er in overleg met gemeente snel gehandeld worden om met elkaar een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren.
Pilot
De inzet van de wijkbrandweerman valt onder de verantwoordelijkheid van de VRR. In overleg met de gemeente is afgesproken wat de wijkbrandweerman gaat doen. Over een jaar wordt gekeken of deze samenwerking wordt voortgezet.