VLAARDINGEN/SCHIEDAM - Er zijn er die suikerzakjes sparen. Een ander heeft zijn zinnen gezet op vreemde munten. Weer iemand bezit een vitrine vol Dinky Toys. Schiedammer Tristan Tange heeft een heel andere en oudheidkundiger insteek. Hij zoekt, vindt en verzamelt natte-archeologische voorwerpen vanuit streekgebonden grachten, sloten en plassen. Zijn verzameling telt momenteel ruim 4.000 voorwerpen. Hiervan heeft hij er zelf voet- en handmatig zeker 3.000 uit het water gevist.
Na diverse “duiken”, hij doet er zo/n 150 per kalenderjaar, in en om Rotterdam en zijn eigen Schiedam, raakte Tristan in januari tijdens de opening van een tentoonstelling in Galerie Isabelle in gesprek met deze journalist en een afspraak was snel gemaakt. Vrijdag 10 mei toog hij naar het Jaagpad 5. Thuisbasis van Spek-Takel Bootverhuur. Daar wachtten hem - naast een ijskoude cola - diffuus koud water, twee trapjes, een narrige moederfuut met nest en jong en een natte weelde van wat vroeger gewoon gebruiksvoorwerpen waren maar nu archeologische vondsten zijn.
De Vlaardinger hield het liever droog en bleef op de steiger in een comfortabele stoel. Gewapend met pen, papier en camera ontstond in een paar uur tijd dit bijzondere verslag van een verborgen wereld die toch zo dichtbij is.
George Gershwin of Sting?
Een Schiedammer in Vlaardingen. Dat klinkt als een lokale variant van de muzikaal-romantische film uit 1951 An American in Paris van George Gershwin. In de hoofdrol Tristan Tange als Gene Kelly en als decor de Schelvispekelenclave die Parijs doet vergeten? Of is het toch meer Sting met zijn Englishman in New York? Hoe het ook zij: Tristan kwam, dook en vond. Daar hielp geen lieve vadertje Sting of Gershwin aan.
Na kennismaking met Jacqueline en René van der Spek stapt Tristan plompverloren en geheel gekleed het trapje af zo het water in. Althans, tot zijn middel, want het water is, in weerwil van het lekkere weer, ernstig koud. ‘Begin van het seizoen,’ weet René. ‘Echt lekker is het water pas over minimaal een maand.’ Na veel brr en diep ademhalen is Tristan na enige minuten door; kopje onder. Familie Van der Spek legt uit waar hij wel en waar hij geen succes kan hebben. Tristan schuift voetje-voor-voetje door het natte slik. Hij oogt aanvankelijk als iemand die stiekem een goudkleurige sanitair doet, maar niets is minder waar. Met zijn voeten, waaraan soldatenkisten, bevoelt hij de grond op oneffenheden. Vanuit de door hem gedachte vorm analyseert hij hardop aan zijn gedachte vondst: ‘Dat lijkt me een fles,’ klink het. Of: ‘Dit lijkt me een kei.’ Dan zakt hij door de knieën en graaft met een soort van tuinhaak, waarmee je onkruid tussen de tegels vandaan steekt, het voorwerp los om het vervolgens met meer-of-minder manuele spierkracht aan de vergetelheid te ontrukken.
Eersteling
Tussen het voelend schuifelen door het water door zegt Tristan dat hij elf jaar geleden begon met archeologie: ‘Ik wandelde en fietste veel door de omgeving van Schiedam. Daar vond ik met name veel (uit Alphen aan de Rijn, Gouda, Rotterdam en Engeland) kleipijpen en glas- en potscherven uit de laat zestiende eeuw. De kleipijpjes die ik vond waren meest van de 17e t/m 20e eeuw.
Vroeger was dit (de Vlaardingse Vaart, red.) een drukke en makkelijk bevaarbare handelsroute en hoe drukker, hoe meer er overboord werd gekieperd.’ Dan: ‘Toen ik naar mijn idee de droge kant wel had gezien heb ik in 2019 mijn eerste “duik” gemaakt bij de Jacobsbrug in Schiedam-Kethel. Dat was gelijk een succes. Ik kwam thuis met kleine olieflesjes met schroefdraad en een Franse fles uit 1830 in de vorm van een dameslaarsje. Daarin zat ooit shampoo en het bleek het derde flesje dat ooit was gevonden.
Je had hier in die tijd nog eb en vloed, getijden dus. Daarom dat de bodem continu werd doorwoeld en veel in het slik werd gedraaid. Met name ter hoogte van Zwembad de Kulk heb ik veel 17e- en 18e-eeuws spul gevonden.’
Geheime locatie
Tristan: ‘In Rotterdam heb ik een locatie gevonden die ik liever geheimhoud. Het is daar een waar onderwaterpaleis aan historische gebruiksvoorwerpen.’
De eerste Vlaardingse vondst is weinig spectaculair en nog minder van archeologische waarde: een limonadeblikje en een eindje gestript koperdraad. ‘Dat had leuk geweest voor over een eeuw,’ lacht Tristan. ‘Nu is het nog gewoon rommel.’ Om te vervolgen met: ‘Ik voel dat het hier een 100% succes wordt. Dit is mooie grond.
Dan verschijnt er na enig trekwerk een ijzeren ring van een metalen vat boven water. ‘Begin 20e-eeuw,’ mompelt Tristan net hoorbaar. Dan gaat het vindtempo omhoog en achtereenvolgens zien een eind versteend hout, wat stenen en een bruine beugelfles het daglicht. Nog niets bijzonders vinden Jacqueline, René en De Vlaardinger. Tristan is een andere mening toegedaan; zijn glimlach gaat van oor-tot-oor. ‘Wist je trouwens dat ik als de dood ben voor krabben en kreeftjes,’ roept hij vanaf afstand. ‘Daar heb je nu nog geen last van,’ weet René.
Daarna een stuk glaswerk waarop je met enige moeite op de gave bodem lezen kunt: Thijssen & Zoon. Volgens Tristan ooit een Vlaardingse-glasfabriek die aan het Buizengat zetelde. Gevolgd door een doorzichtige onderkant van fles of pot waarop in sierlijke letter staat: Duraglas. Dat weten we dan ook weer. Volgens Tristan is er vlak na de Tweede Wereldoorlog veel puin gestort in de Vlaardingse Vaart: ‘Daarom kom je ook zaken tegen die je hier niet op de bodem verwacht.’
Weer komt de nu van het water druipende krullenbol van Tristan boven water. Ditmaal met een scherf van een bord van het Maastrichtse Villeroy & Boch. ‘Uit 1920,’ weet hij direct op de proesten. De zwarte strepen in zijn gezicht maken hem inmiddels een verdwaalde indiaan. Of een archeoloog op oorlogspad. We houden het op het laatste.
Vervolgens verschijnen er een motoronderdeel, een versteende kwast die zo, als kunstwerk kan fungeren, een stukje tros en een omvangrijk deel van een roer. René van der Spek bekijkt met name de stukken boot die worden opgehaald en droomt van een nieuwe boot (voor de verhuur?), gemaakt van oude onderdelen uit de Vlaardingse Vaart. Daar hoort zelfs een officieel “kenteken” bij zoals boten in de jaren 60-70 moesten hebben.
Na nog wat parafernalia te hebben opgedoken vindt Tristan Tange het welletjes. Hij moet nog naar Rotterdam. Jacqueline spoelt het ergste waterzwart lachend van hem af. Dan springt Tristan, nat als een vis, op zijn fiets en weg is hij. Drogen doet hij onderweg wel, alvorens in de Koning aan de Maas weer net zo nat te worden als hij nu is. De aanvankelijke kou is gelukkig geheel uit zijn botten verdwenen.
Als laatste zegt hij: ‘Normaal duik ik met een maat en een drijvende tas van 80 liter. Dan hoeven we niet elke keer naar de kant.’
Deze duikpartij, waarvan er wat Tristan Tange betreft nog best een paar in de Vlaardingse Vaart mogen volgen, is mede mogelijk gemaakt door:
Bootverhuur Spek-Takel
Since 2019
Jaagpad 5
3134 JK Vlaardingen
Telefoon: 06-2503 2835
E-mail: despekkies01@ziggo.nl
Website: www.spek-takel.nl
Tekst en fotografie
Peter Joore
Fotobijschriften (vbnb)
1. Klaar voor onder water? Tristan gaat bibberend onder terwijl René van der Spek nog wat uitleg geeft
2. Blanke glas van Duraglas
3. Groene flesbodem
4. Terwijl René van der Spek een van zijn verhuurboten sopt zoekt Tristan Tange de bodem die verder weg blijkt dan vlak bij de kant
5. Bordscherf van Villeroy & Boch
6. Versteende kwast; een kunstwerk op zich
7. Maritieme kentekenplaat uit 60-70 vorige eeuw
8. De opbrengst van twee uurtjes "duiken" met op de achtergrond de Vaartweg
9. Jacqueline van der Spek spuit Vlaardings watervuil van Schiedamse Tristan Tange; het feest is voorbij