Het prille begin van poëzie en muziek

Ton Lebbink: Terug van Skivakantie?

Ton Lebbink: Terug van Skivakantie?

Rond de jaren 70-80 was Ton Lebbink drummer/dichter. Dat was geen internationale mijlpaal, er waren meer van dit soort renaissancemannen. Niet allemaal specifiek met drums en gedichten, wel dat ze meer beheersten dan één discipline. Ton Lebbink was er blij mee.

Hij gaf niet zoveel om drummen als zittend ritmeobject: eigenlijk vond hij dat dodelijk saai. Hij leerde als eerste rappen en zingzegde al snel, terwijl zijn handen en voeten ritmisch op-en-neer bewogen; zijn in kwaliteit snelgroeiende poëtische uitingen werden in steeds groter kring bewonderd.

Hij leerde gestaag en met vele studie-uren de later zo kenmerkende combinatie van drummen en voordragen; het werd niet veel later zijn handelsmerk. Van Mecano tot aan een vriendengroep met onder andere Thé Lau ontstonden twee gruwelijk mooie elpees.

De eerste keer dat hij het podium beklom wilde een Noord-Hollandse boerenzoon, een opgeschoten jongeling zoals er in die tijd wel meer zonder tv-hulp aan de vrouw kwamen, hem onheus bejegenen. Ton Lebbink vloerde hem achteloos; zijn deur-uren bij Paradiso, in combinatie met wat ouderwetse sportschooltrainingen, betaalden zich eenmalig en afdoende uit.

Zijn aangeboren verlegenheid en een nimmer versagende glimlach ten spijt stond hij zijn mannetje, maar behoefde zijn vuisten na dit, in de pers breed uitgemeten, akkefietje nimmer meer aan te wenden om publiekelijk onheil af te wenden.

Dichter: Ton Lebbink leek ervoor geknipt.

Een mooie tijd brak aan en of het podium om de hoek of ergens langs de landsgrenzen van Holland stond: het deerde hem niet. In de trein met een natje, een gesprekje en soms een afspraakje, vermaakte hij zich immer opperbest. Hij was een veel en graag geziene performer; de zalen zaten steevast afgeladen; vol als ei.

Hij inhaleerde zijn carrière als latere junks wit korrelige lijntjes van spiegeltjes. Hij genoot als een kind dat voor zijn verjaardag na het uitpakken de langverwachte fiets in de huiskamer vindt.

Dat andere dichters zijn stijl van voordragen schaamteloos imiteerden deed zijn lust afnemen en zijn tegenzin groeien. Het bezorgde hem een zekere faam. Zijn laatste jaren sleet hij veelal in Café Helmers 1.0. Ook gingen zijn ogen achteruit waardoor hij een bril moest dragen. Nooit heeft hij nog iemand van het podium gemept.

Hij was de eerste dichter met een zonnebril.

28-01-2021