Rijptrip XLI

Ton Lebbink: ‘Punk: Regels voor Idioten IV!’

Ton Lebbink: ‘Punk: Regels voor Idioten IV!’

En dan … Zo eindigde aflevering veertig van deze veelgelezen nabeschouwing van de vroegere jaren uit het leven van de opgroeiende Ton Lebbink. Nog altijd in Thessaloniki heeft dit verhaal nog altijd niet aan kracht ingeboet.

Na omzwervingen door, gerekend vanaf Centraal Station Amsterdam te Nederland: België, Frankrijk, Italië, Kroatië, Slovenië, Oostenrijk, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Servië, Noord-Macedonië en nu Griekenland, waarbij enige dames van statuur en niet onaardig uiterlijk zijn revue annex sponde passeerden, stond zijn nieuwste en nog altijd jonge, onbedorven leven geheel in het teken van Mirjam Schoot van God. Hierbij bleek het eerste deel van haar dubbele achternaam nu eens niet obligaat uitgangspunt van om het even welke nacht. Het ging hem specifiek om haar opgeruimde en numerologisch karakter, de kunde van het bassen en haar passie voor de nieuwste muziekrage: punk. Ook las zij met enige regelmaat een boek met literaire waarde.

Het ontbijt genoten Mirjam en Ton Lebbink op het terras bij de Ouden Van Schier Altijd. Toen de kerkklok drie straten verder tienmaal sloeg zat dit buitenterrein mudvol als de private portefeuille van de Minister van Graaizaken. Naast koffie, thee, water en jus d’orange klotste het op iedere tafel van de liters met smaak genuttigde rode wijn. Een enkeling nipte ouzo. Kadetjes met inktvis werden moeiteloos doorgeslikt door meest en in een aantal duidelijk zicht- en hoorbare gevallen tandeloze ingevallen monden met rond de lippen leeftijdgebonden kreukelzone. In de verte klonk Nana Mouskouri uit de speakers met een aanstekelijk Guten Morgen Sonnenschein. En verdomd. Het beloofde weer een schone dag te worden. Mirjam pakte na het copieuze ochtendmaal een flesje bruine olie van Nivea en smeerde liefdevol het gezicht van Ton Lebbink in en toen pas het hare.

Tegen twaalven waren alle tafels afgeruimd en had de toen ook al bebrilde Nana, die van 1934 was en in dit gezelschap een van de jongste zou zijn als ze er op dat moment live had gezongen, op de radio plaats moeten maken voor zwaarzinnige klanken van de jonge elektroboer Vangelis. Met name Sherrykots of: een Lepralijer bleek een hit van jewelste.
   ‘Wat gaan we doen?’ vroeg Irma. ‘We kunnen hier blijven zitten, gelijk de rest. Maar voor je het weet is het net als met de spijkers van Van Leeuwen: Dan zit je hier zomaar eeuwen.’
   ‘Ik pak de kaart er gewoon bij,’ zei Ton en haalde het papieren kleinood uit zijn reistas die in hun kamertje stond. Weer bij hun tafel aangekomen vouwde hij de Michelin uit. Hij gaf Mirjam zijn zwarte BIC en zei: ‘Sluit je ogen en prik op de kaart. Wel even wachten, want ik zal hem eerste een beetje draaien voor het effect.’
   Hij draaide, zij wachtte. Hij zei: ‘Ja, prik maar.’ Zij prikte een zwarte stip. Vrijwel midden op de Peloponnesos. ‘Tripoli,’ las Ton zachtjes voor. Irma schrok en zei met een lichte bibber en nog altijd gesloten ogen: ‘Gaan we nu naar Libië? Of is het Libanon? Ik weet niet of ik dat zo geweldig vind.’
   Ton lachte en antwoordde: ‘Libanon. Libaoui. Of beter: Libaoui? Libanon! Nee. Wees gerust. Het is Τρίπολη en geen Tripoli. Het betreft hier een Griekse stad en gemeente op de Peloponnesos, hoofdstad van de nomos Arcadië. Tripoli ligt op zo’n 660 meter hoogte noordoostelijk van Kalamata. Het is een agrarisch handelscentrum waarbij het zwaartepunt op graan, aardappelen en tabak …’
   Bij dit laatste lachte Irma haar ivoren wachters bloot en zei: ‘Ha, de basis en graanschuur van Europese tabak! Mooie prik deed ik. En dichten kan ik ook al.’
   Ton ging uiterlijk stoïcijns verder: ‘Verder maken ze er tapijten, kleien en bakken er aardewerk en ook komt er een prima wijn vandaan.’|
   Hij krabbelde even op zijn hoofd als dacht hij diep na. Toch betrof het louter parate kennis. Hij vervolgde met: ‘Je kunt de stad per trein aanvliegen vanuit Korinthe. Dus: dat doen we dan maar. De trein is immers hartstikke fijn,’ die de kunst van het dichten ook beheerste.
   Om een duit in het culturele zakje te doen zei Irma: ‘En in de buurt heb je de ruïnes van zowel de antieke steden Tegea als Mantinea. En wist je trouwens dat Tripoli een vestingstad was en in 1834 node herbouwt na vrijwel totale verwoesting in de Griekse Onafhankelijkheidsoorlog!’

Wat een fijn plan. Ze namen met de nodige tranen en tuiten afscheid van de jeugdige club eeuwelingen en beloofden snel terug te komen als hun reis daartoe aanleiding gaf. Een aantal zou misschien het relatieve tijdelijke voor het definitieve eeuwige tegen hun zin hebben verruild, maar dit was onvermijdbaar. Afscheid is afscheid.

Rond theetijd met een drupje ouzo kwamen de innig geliefden bij het station aan. Daar kochten ze twee kaartjes Tripoli, enkele reis. Het avontuur per spoor zou via Athene gaan. Daar zouden ze vast nog een tijdje kunnen doorbrengen in een of ander ranzig stadshotel. Het Hilton leek hun wel wat. Op die manier werd de trip van zo’n 650 kilometer mooi opgedeeld in twee, hoewel niet geheel identieke en even grote, dan toch behapbare stukken van respectievelijk 500 en 150 kilometer. Misschien konden ze nog wel naar een optreden van het razend populaire Supersister waar Ton eerder bij geholpen had en die aan een Griekse tour bezig was waar het einde nog niet van in zicht was. Of een bezoekje afleggen bij de aanstormende Polar Twins. Beide bands en hoewel verre van absoluut geen punk, konden ze toch op het ongebreideld enthousiasme van deze aanstaande echtelieden (hoewel dit heikele en vaak verstikkende onderwerp nog niet ter tafel was gekomen) rekenen. Misschien was de ritmesectie wel geveld door een zomers griepje en zat er zelfs nog een invalbeurt in.

’s Avonds tegen 21.00 uur vertrok de boemel zuidwaarts richting hoofdstad voor wat een kabbelde en kleine twintig uur durende reis zou moeten zijn.

SCHEURTJE

Toen ze 40 plus zei
dacht ik dat ze het
over kaas had. Volvette.

Gedicht
Ton Lebbink (Café Helmers = Thuis 2.0, Amsterdam, 2001)

Tekst
Peter Joore (Redactielokaal, Vlaardingen, 8 december 2022)

Fotografie
Beaty Czetö (Café Helmers, Amsterdam, 3 maart 2011)

07-12-2022