‘Er is muziek,’ klonk het naast Ton Lebbink aan de toog. Het leek een echte rocker met zijn strakke jeans, kekke laarzen, veel en vaal gewassen T-shirt, leren jack; alles in de basiskleur (ooit eens) zwart.
‘Er zijn artiesten en muzikanten die allen tezamen menig mooi album hebben voortgebracht. Of de aarde plat is weet geen mens die niet minimaal astronaut is geweest, maar mijn favoriete schijf (naast de pannenkoek met spek, gelardeerd met jam, hagelslag en poedersuiker) is en blijft de elpee. Op de grote voet gevolgd door de cd; het reisschijfje van weleer.’
‘Ja,’ antwoordde Ton Lebbink, die niet alleen dichter was maar ook drummer van Mecano, ‘maar het beste blijft avantgardistische muziek. Op korte afstand achternagezeten door vele vormen van rock waarbij de progressieve vorm wat mij betreft het meest beklijft.’
‘Een toffe plaat is niet zo zeer een eye, dan wel een ear opener.’ Elkeen, gezeten rond de toog of daar staand een tweederangspositie bekledend, beaamde dit zwijgend als het spreekwoordelijk vleesgeworden graf.
Dienster Caroline zette desgevraagd ruim drankjes neer. Het was pas dinsdag, maar de kassalade (kassa lade en géén kas salade!) rinkelde al volop. Wat dan weer een vreemd woord was vanwege de schijnbare dubbele betekenis die het in zich herbergde. Het was dan ook geen basaltwoord. Dat was dan weer van een dubbele betekenis met tegengestelde woordwaarde. Voorbeelden? Wel een paar dan: lafhartig (laf en hartig), zoetzuur (Zoet en zuur), etc.
‘Je weet niet wat ik bedoel, hè, ouwe rukker,’ zei de rocker en ledigde lacherig zijn vaas zonder ook maar een drup te morsen. ‘Er is namelijk net een Neder-Belgisch album met Brits-Italiaanse invloeden uit. De basis ligt wat mij betreft in Den Haag. Cesar Zuiderwijk, die van Golden Earring, heeft tijdens een potje drumstickmikado met Triggerfinger-collega Mario Goossens de pot leeggehaald en zijn Vlaamse kompaan vriendelijk edoch beslist gedwongen tot muzikale samenwerking.
Dit deed aanvankelijk zeer. Zeer zeer, en omdat de wereld van vegetariërs, veganisten en vaginisten met één Slagerij van Kampen al meer dan genoeg is gevuld, trokken de twee slagwerkers fel van leer. Niet met Albinistische schouder werden het een klassieke Brit en een Italiaanse hondachtige. Samen een bruut kwartet, dat overigens buiten muziek, weinig slechts over zich heeft, noemden de heren zich Sloper. Dat kwam doordat er eentje sliste die vroeger een loper was van marathons.’
Caroline haar wenkbrauwen gingen tegen de richting van de zwaartekracht in. De rest lachte meesmuilend. Die vent was gek. Leuk, maar goed gek.
‘Schenk nog maar wat in,’ zei Ton Lebbink die er alweer een gedicht in zag.
LEKKER LEZEN
Een nieuw boek.
De geur van verse inkt.
Je maag verkneukelt.
Je geest jeukt.
Lekker lezen.
Lekker veilig met een lamp.
Omdat je warm bent.
Warm van binnen.
Omdat je in een stoel mag wonen.
Lekker thuis met weerberichten.
Lekker lezend.
Mijn gedichten.
Tekst
Peter Joore
Fotografie
Beaty Czetö
Gedicht
Ton Lebbink