PLAYA DE LOS VAST - Elke keer als Caroline en Ton Lebbink elkaar aankeken sloeg er een vonk over. Op enig moment werd het zo erg dat de eigenaar van het voornamelijk uit hout opgetrokken hotelletje op een drafje ongerust kwam aanzetten (een kan water in de hand) en vroeg of het wat minder kon vanwege brandgevaar. Zolang ze buiten waren was het geen probleem, maar binnen? Liever niet met die frequentie. De boel mocht eens affikken en zo betrouwbaar en vlot van uitbetalen waren de Spaanse verzekeringsmaatschappijen nu ook weer niet.
Er ging gelukkig niets mis, maar om nachtelijk onheil te voorkomen (‘Brand in bed? Daar moet je toch niet aan denken!’) seksten ze vanaf die dag met het licht uit: Safe-seks avant la lettre. Ze kwamen toch wel aan hun gerief. De vele uren kroelen bij kunst- en daglicht wierpen zo hun vruchten af. Ze genoten bij het leven en wilden dat er zeker niet bij inschieten vanwege een tsunamistische vonkenregen. Seks op zich was niet het allerbelangrijkste; dat wisten ze van elkaar. Het ging om de pure beleving. Dat moment net vóór een orgasme en dat door laten sudderen zolang spieren en geest dit verdroegen, daar ging het om. Geven in plaats van nemen; dan kreeg je het meest.
Soms speelden ze het spelletje als in Bitter Moon. Dan acteerde Ton Lebbink serieuzer en passievoller dan Peter Coyote en kreunde Caroline als de krolse Emmanuelle Seigner dat de buren er gek van werden. Ze wisten zeker dat als hun erotische avonturen eens op schrift zouden worden gesteld lezers zouden denken: zouden ze dat echt zo vaak hebben gedaan dat ademhalen niet verder kwam dan een zilveren medaille? Ja lezers, daar is geen letter van gelogen. Op een dag zal dit alles best verdwijnen. Dan zijn de jonge jaren passé en zijn lust en verliefdheid ingesleten olympische bezigheden waarvan de scherpte is verdwenen. Gelukkig komen daar andere dingen voor in de plaats, hoop je, anders is je relatie aan vervanging toe.
Later kijk je misschien eens op een koude winteravond naar Bitter Moon op een aangeschafte DVD, liever dan dat je hem zelf nog eens naspeelt en acteert. Analoog áán en net als ín de film van Roman Polanski het geval. Maar dan zonder alle ruzies, pesterijen en tomeloze haat. Op dat moment is het geile mengsel verworden tot een flauwe smakeloze drank zonder prik of spirit; wordt het tijd voor een nieuw geflest samenzijn.
Het leukste van relaties is het begin. Als je voor het eerst, aarzelend en aftastend; later onstuimig als de grootste storm, elkaars naaktheid bemint. Dat kan soms lang duren en bij enkelen gaat dit nooit voorbij. Er gebeurt van alles als de twee geliefden bij elkaar zijn. Dan horen buren onheilspellend en soms aritmisch gebonk alsof ze elkaar te lijf gaan met de rubberen hamer waarmee je buiten tegels in het zand vastslaat. Dan weer gefluister en een zacht gekir dat kietelt en je oorharen trillen laat en kippenvel op de gekste plaatsen geeft. Dan weer steekt een van de twee het rood aangelopen en bezweette hoofd tussen de benen van de ander en smakt; alsof er een ijsco van de zachte soort wordt gelikt. Het gerommel wordt minder, neemt langzaam af, en gekir wordt gefluister tot er een zachtjes snurken klinkt.
In een Amsterdamse driehoog achterkamer heeft Ton Lebbink eens, na een succesvolle avond flirten, met een schier geslachtsloze “vriending” de rode zee bevaren. In die tijd wist hij niet wat lekker was, hij was avonturier en geen zee ging hem te hoog. Na een korte aanloop heeft hij hem er zomaar ingepropt en nog voor sluit van zijn favoriete Café Helmers zat hij alweer op de kruk temidden van zijn drie maten. Hij had er direct spijt van dat hij soms vreemde, onberekenbare ideeën had. Wist hij veel. Hij was net puistjesvrij. Aan een wervelend slot kwam zij zeker niet toe. De dichter in spé zat weer aan een kopstoot en was het voorval al vergeten. ‘Zonde van je tijd,’ zeurde de filmjournalist kort.
Nu dronken ze wat, gezeten tegen opgeschudde kussens. Zeiden lieve woordjes of rookten op balkon met uitzicht op het Mittelmeer. Misschien was hun liefde wel eeuwigdurend? Hun doek zou liefst nooit vallen. In Spanje was iets aan het gebeuren dat misschien wel altijd zou bestaan.
Alleen de toekomst kon nog roet in de paella gooien.
ZWART IS ZWART
Zwart is zwart / wit is wit / zwart wit is grijs / rood geel oranje /
blauw geel is groen / rood blauw paars / kleur is licht /
het vlammetje op de kaars op de verjaardagstaart /
maar als je niest in plaats van blaast /
vertoont de kaars een piepklein regenboogje.
Gedicht
Ton Lebbink
Tekst
Peter Joore
Fotografie
Beaty Czetö
Fotobijschrift
Ton Lebbink: een dichter vol van absurde flarden leven, laat het journalistje zwetend beven