Water wordt niet alleen wijn: eeuwigdurende carrousel

Ton Lebbink: ‘Drank komt, drank gaat’

Ton Lebbink: ‘Drank komt, drank gaat’

‘Het ene biertje gaat naar binnen, het andere wordt getapt, en de dorst zal altijd blijven bestaan. En het gedistilleerd komt als een geest uit de fles, het gedistilleerd spoedt zich via het menselijk systeem naar het toilet, waar het wordt doorgespoeld, om na tijden van waterschap weer als gedistilleerd op te duiken.

De kroegtijger gaat naar het café en loopt hiervoor van huis naar de plaats van bestemming; altijd om bier of gedistilleerd te drinken, en ondanks een soms subversieve kater vangt de buitendrinker zijn cyclus, vanaf de jaren des onderscheids, een leven lang en vrijwel dagelijks aan.

Alle water wordt weer drank, en drank zullen de kroegtijgers drinken, maar de mens stroomt niet over; raakt tot het einde nimmer vol; geen druppel die deze vleesgeworden emmer doet overlopen of het moest anti peristaltisch van aard zijn. Naar het café waar alle alcoholische stromen vloeien, daarheen gaan de trouwe afnemers van bier, gedistilleerd of anderszins om hun dorsten zinloos te lessen.’

Ex-dominee Douwe Dogma stond, naast dienster Caroline, achter de toog als voorheen de kansel en oreerde alsof het hier Prediker 1: 4-7 betrof. Zijn volgelingen trakterend op zelf omgezette Bijbelteksten luisterden de kroegtijgers ademloos toe; deze kroegkerk, dit was je ware. Gods Huis was omgevormd en ongeloofbaar verklaard en verhuisd naar hoogtijvierende Dranklokalen; populair als aan het einde van een wereldomvattende oorlog de kerk van weleer.

Enige tijd eerder was Douwe Dogma fanatiek dominee in de provincie Friesland. Na zijn aanvankelijk dolle haarbos te hebben afgeschoren namen de volgelingen hem serieuzer dan ooit. Hij gaf niets om de kerk, maar zijn liefde voor schone handen en het met enige regelmaat af te leggen huisbezoek bij niet al te belegen weduwen (ónder en niet áls deken), deden hem dit hemels beroep kiezen. Los nog van alle door Rome gratis per pallet aangeleverde miswijn; een niet onbelangrijk emolument.

Maar na een aanvankelijk erotisch getinte start begon hij de muffige mutsen te verafschuwen. En toen hij bij het doen van Zijn dagelijkse boodschappen naar Zijn zin te veel werd getrakteerd op flirterige knipoogjes en heimelijk kneepjes in Zijn scrotum was voor Hem de maat vol en diende Hij zijn ontslag in middels een aangetekende brief naar Zijne Heiligheid, Paus Franciscus, 00120 Via del Pellegrino, Citta del Vaticano. Daarmee was voor Douwe de kous af.

Als altijd bij bijzondere verhalen die hem werden verteld, maakte Ton Lebbink aantekeningen met zijn zwarte BIC in het dito gekleurd aantekenboekje. Dus steeds als ex-dominee Douwe Dogma zijn hart luchtte, schreef de dichter iets op. Net zo lang tot Douwe was uitverteld en Ton ten gevolge uitgeschreven.

Zo wist Ton Lebbink dat Douwe Dogma van moeders kant stamde uit een geslacht van Mahjong-stenen hakkers en van vaderszijde uit een eeuwenlange koele en kille rij diep-Friezen. Op de kleuterschool kon Douwe nog goed meekomen, maar waar het precies mis ging na de overstap op de lagere school? Dat wist niemand.

   De middelbare school heeft hij nooit gezien omdat een goede vriend het gymnasiumdiploma voor hem vervalste. In het Cantabrische dorpje Comillas behaalde hij al jong op curieuze wijze, en met een minimum aan inspanning, het priesterschap in het Seminario Pontificio. Hierover wellicht later iets meer.

Wellicht later.

Hij was een knappe, stoere, innemende jongeling en niet al te zeer verlegen bovendien. Hij was meer in het van drank, dope en vrouwen aan elkaar hangende dorpje en op het kleine pittoreske strand te vinden, dan in het seminarie. En dan nog slechts als op het aan de achterzijde gelegen (met panoramisch zicht op zee en een in het ter hoogte van de middellijn staande boom met wit schors) taps toelopende veldje van gemalen schelpen werd gevoetbald tegen de lokale CD. Een jaarlijkse happening tijdens de goed bezochte feestweek.

’s Nachts jankte hij wat af als hij op de camping achter De Muur weer eens orgastische trekjes vertoonde op en in een Spaanse Ana of Maria. Soms heette ze Gitta en kwam uit het Oosten. Het maakte Douwe allemaal niet veel uit.
   Hij deed op zijn manier veel voor de Europese eenwording en kreeg als afscheidsgroet zijn onverdiende bul, behorende bij het priesterschap, mee. Blij als ze waren van dit kaaskoppige zeden bevlekkend en redeloos medemens te zijn verlost.
   Later werd dit nog een hele rel, die we kennen onder de naam: The Priest Papers.

Aan het eind van die memorabele zomer, we schrijven 1978, was het geld van Douwe op en hij liftte in drie dagen terug naar Sexbierum.

‘Genoeg voor vandaag,’ baste Ton Lebbink. ‘Mijn BIC is niet alleen leeg, ook dit aantekenboekje bezit geen enkel hoekje beschrijfbaar wit. Zullen we jouw tong van leer en mijn luisterend oor rust gunnen en wat consumeren!’
   Het klonk niet als een vraag, het was er ook geen. Zonder verdere aansporing schonk Caroline een anderhalfje en een bel La Croix Vulgaire in; de rode.

TON LEBBINK EN WAT GEDACHTEN
(En wat dacht u dan?!)

Ik heb eens geprobeerd zelfmoord te plegen door een paar wegwerpaanstekers in mijn neusgaten te laten leeglopen. Maar daar werd ik alleen maar high van.

Uilen vliegen muggen koeien.
Klokken en een lepelaar.

Spuiten vullen bruggen stiften.
Kwijlen van een spoeltumaar.

Zoenen zuigen tongen likken.
Komen en een gaatumaar.

Ga niet naar het Noorden.
Vertoef niet in het Oosten.
Vermijd het Zuiden.
En in het Westen zou ik ook niet blijven.

Balletje Balletje Hocus Pocus.
Ietsie Pietsie Oki Doki.
Kiele Kiele FiftyFifty.
Cha Cha Cha.

Kris Kras Wis Was.
Tip Top Hip Hop.
Bim Bam Rim Ram.
Dum Dum Tum Tum.
Tik Tak Mik Mak.
Ping Pong King Kong.
Tam Tam Sam Sam.
Bar Boos Vies Voos.
Poes Poes Taai Taai.
Bush Bush Bye Bye.

Tekst
Peter Joore

Fotografie
Beaty Czetö

Gedichten & gedachten
Ton Lebbink

28-05-2021