Bij het ter hand nemen van het boek Theet 77 wekt de titel in eerste instantie enige verwarring. Want: wat is een Theet en waar slaat de 77 op? Op Theet 77 te Hamme, Oost-Vlaanderen, stond vanaf 9 oktober 1957, voor de familiaire duur van zijn meest afhankelijke jaren, de wieg van Herman Brusselmans, de schrijver van deze roman. Zoveel wordt snel duidelijk. Hij kwam terecht in het gezin van een veehandelaar, een strenge en bij vlagen hardhandige vader, en een moeder die hij als kind te weinig heeft geknuffeld. Aangevuld met een broer waar hij niet veel mee heeft en een amper beschreven zusje.
Herman Brusselmans lijkt voorbestemd om zowel voetballer als drummer te worden, maar dit blijken alras doodlopende wegen. Zijn ware roeping is die van schrijver. Met meer dan 85 boeken achteraf geen slechte keuze.
Het geniale van Theet 77 is niet alleen de literair verantwoorde Brusseliaanse openheid over voorbije zaken, maar ook de tijd van verschijnen; vlak voor de feestelijkste cadeaumaand van het jaar. Een gouden greep die de toch al niet onaardige verkoop zeker verder zal stimuleren.
Het was even wennen. Ik geef het toe. Na eenmaal Aalst en ruim tachtig maal Gent als hoofdrolspeler, spreidde ik de plattegrond van België op tafel uit om te ontdekken waar Hamme ligt. Deze Oost-Vlaamse enclave ligt vrijelijk ingeklemd tussen het gemeentelijk triumviraat Temse, Waasmunster en Dendermonde.
Brusselmans geeft blijk over een gedetailleerd geheugen 'als van roestvast staal' te beschikken dat naar boven brengt en ontlokt wat reilde en zeilde in en rond Hamme. Als een schrijvend regisseur geeft hij willekeurig hoofd- en bijrollen aan mensen, dieren en gebeurtenissen. Niet zonder zijn specifieke humor, overigens. Dat het ‘roestvast’ is en niet ‘roestvrij’ heeft te maken met zijn prille betaalde voetbalcarrière bij Sporting Lokeren die wellicht bewust wordt overgeslagen.
Wie Theet 77 openslaat weet al altijd na zes woorden: Ha, Brusselmans is zijn stiel nog niet kwijt. Iets wat zou kunnen op zijn leeftijd, met een leven waarin de liefde glorieert en literaire en befmatige belangen zich met elkaar kunnen verstrengelen.
Ook in Theet 77 is Herman al de Brusselmans die we zo goed kennen. Zijn vroegere agressie en ongebreidelde dranklust komen aan bod en zijn seksistische kijk op het leven krijgt voorwaar een ere-plek, waarbij het kind Herman Brusselmans, toen nog met een fris kort koppie, niet zelden de gangmaker lijkt tijdens seksuele escapades die bewust na één keer hun Waterloo vinden als het om een partner gaat.
Uit het verslag van zijn kindertijd wordt duidelijk dat Brusselmans dan al drumt, dwingt, shockeert. Ook is hij reeds de grote filosoof, smoort ademloos vele Belga’s, geeft blijk van politieke afkeer, treedt eenmalig op, drinkt als een bultrug met dorst, bekommert zich om de oorlog in Vietnam, is als vanouds slimmer dan om het even wie zijn pad kruist en versimpelt elk wereldomvattend probleem tot een hapklare brok, die zelfs een politicus van stiel zal begrijpen.
De relatie tussen Herman en zijn ouders wekt warme, zilte tranen op. Zijn vader, die eerder en enkel zijn favoriete stier koestert dan zijn vrouw, die hij regelmatig slaat tot de gebroeders Brusselmans hem op een ongenadig pak rammel trakteren, mag dan stamhouder zijn … hij is een kleinsteeds man die zichzelf niet eens kent. Zijn moeder, die hij innig liefheeft, is de vrouw die hij meer had moeten knuffelen. Emotie en vernedering van wie hem treft zijn nooit ver weg en staan niet, als Vlaanderen en Wallonië, mijlenver uit elkaar.
Eenmaal uit de wieg is Brusselmans al direct de Herman die we sinds 1984 (Prachtige Ogen) al zo goed kennen en zijn gaan waarderen. Hij is spits, brutaal en altijd op weg naar voren. Zoals een goede aanvallende voetballer betaamt zoekt hij, niet zelden met gestrekt been, de aanval. Dat doet soms wat Cremeriaans (die van Ik Jan) aan. De verklaring hiervoor wordt al dan niet bewust door HB aangedragen: beide auteurs bezitten Hongaarse genen. Dat Brusselmans ooit zei desnoods zelf (met eventueel enkele anderen) Ik Jan Cremer Derde Deel te gaan schrijven als Cremer Hijzelf dat zou nalaten, zegt genoeg over de bewondering voor deze Hollandse vlegel van weleer.
Nog altijd heet hij een literair recidivist die, en ik spreek de wens hierbij maar eens hardop uit, de Boekengrens van Honderd gaat passeren. Liefst als Herman Brusselmans zouden zijn alter-ego’s G.H.L. Bustenhouwer en Herman Frodiet ook best eens wat typewerk van hem over mogen nemen.
En waarom Brusselmans (https://hermanbrusselmans.nl/boeken) Theet 77 opdraagt aan Little Joe, Flipper en Florenzo? Dat bedenkt de trouwe lezer, die immers niet dom en zelf ook jong is geweest, zelf maar. En hoe het zit met stieren die worden geroskamd? Dat is ook zo’n vraag die de zoon van een veehandelaar best zelf kan beantwoorden.
Theet 77 (ISBN 978 90 446 5286 4) is een literaire roman of novelle. Het boek heeft 424 pagina’s en is uitgegeven door Prometheus (www.uitgeverijprometheus.nl).
Curieus of Brusseliaans is de in het boek vermelde toevoeging: Eerste editie: 6 oktober 2022 202; Tweede editie: 7 oktober 2022. Volgens Prometheus zitten we thans al op editie vier.
De papieren roman kost €25,00. Als e-book (ISBN 978 90 446 5201 7) ben je €14,99 kwijt of juist rijk. Om deze bedragen op zijn Zeeuws te parafraseren: “Das geen cent te veel, hoor!’
illustraties:
1. omslag van het boek
2. portret van de auteur en de recensent in pre-coronale tijden
Recensie
Peter Joore
Fotografie
Pien Meppelink
Alle boekrecensies zijn ook te vinden op: www.vlaardingenleest.nl.