‘Als het kaarsje niet brandt, dat Sint Barbara moet verlichten, dan is er geen haar op enig bouwhoofd dat er ook maar over denkt naar beneden te gaan om te werken,’ aldus luidt het ongeschreven tunnelbouwers adagium. Immers, de heilige Barbara is de beschermheilige van tunnelbouwers. Bij Dok 7 van Damen Verolme Rotterdam staat het heiligenhuisje dan ook bij de ingang. Enkel de kaars is vervangen door ledverlichting; hij mocht eens uitwaaien in het tochtige gat Rozenburg.
De Blankenburgtunnelbouw is zo goed als op zijn dieptepunt. Bij de oeververbindingen wordt onderwater de vloer gestort en bij Verolme is de constructie van de tunnelelementen van start gegaan. Beide belangrijke mijlpalen bij de bouw van de Maasdeltatunnel, die Rozenburg met Vlaardingen onder ’t Scheur door gaat verbinden.
Het storten van de diepste tunnelvloer speelt zich onderwater af op een maximale diepte van 29 meter onder NAP. Het zijn duikers uit meest Latijnse landen als Portugal en Colombia die ver beneden het wateroppervlak de spuitmond ter hand nemen en met beperkt zicht laag na laag neerleggen tussen het gevlochten betonijzer.
Nog geen kilometer verder, bij Verolme, is Dok 7 voor een jaartje afgehuurd om op de bodem ervan tunneldelen te gieten. Met dank aan de Grote C, want bij Verolme kwamen vanwege de pandemie geen cruiseschepen om te verlengen of gewoon te dokken. Ook hier de hand op de knip.
Dieptepunt
De Maasdeltatunnel, onzichtbaar maar belangrijk onderdeel van de Blankenburgverbinding, zal vanaf 2024 Vlaardingen met Rozenburg en ommelanden bedienen. Toe-ritten zijn als eerste aan de beurt. Die in Rozenburg staan inmiddels vol water om de nodige tegendruk te geven aan het grondwater en de boel, afgebakend met damwanden, en aldus te zorgen dat de boel niet met duikers en al instort.
Damen Verolme - Zinktunnel of caisson
De twee zinktunnels of caissons van de Maasdeltatunnel die onder ’t Scheur komen te liggen, meten respectievelijk 205 en 185 meter lengte. De breedte is in beide gevallen 40 meter en de hoogte 8 meter.
Dok 7 is voor de gelegenheid gevlakt met kiezelstenen. Hierop een vloer van hout- of chipwoodplaten die onderling zijn verbonden. Daar weer bovenop een zwart-rubberen mat met profiel. Hout en rubbermat “hechten” zich aan het beton en gaan mei 2023 mee ’t Scheur in. En niet vanwege het drijfvermogen, zoals iemand gekscherend opmerkte.
Op deze ondergrond komt de bekisting. Deze wordt geschroefd. Hierbinnen wordt gecompartimenteerd beton gestort tot uiteindelijk een betonnen bak ontstaat. Deze bak wordt aan de kopse kanten tijdelijk afgedicht om het drijvend vermogen te waarborgen. De operatie zal april 2022 zijn afgerond. De tunneldelen worden circa mei 2023 in twee weekenden, waarin alle scheepvaartverkeer over ’t Scheur wordt stilgelegd, op hun plek gedirigeerd en onderling verbonden.