Waarom altijd maar dat liegen? Waarom niet gewoon eens tegen dat stemvee, die burgerlijke anonimici die het vierjaarlijks gemeentepolitieke-Toto-formulier naar vriendschappelijke rato hebben ingevuld, zeggen: ‘Jullie hebben gelijk. De straten zijn ongelijker dan de borsten van Linda en Geraldine en honderden nieuwe woningen zonder parkeerplek is onhaalbaar en dom.’ En: ‘Het riekt hier naar de misdaad als na een flatulentie veroorzakende bonenschotel als bijvoorbeeld Chili Con Carne.’
Terwijl toch in je afgewogen partijprogramma stond dat je als eerste de openbare ruimte zou egaliseren gelijk het ijs in het Friese Thialfstadion en er van woningbouw pas sprake zou zijn als alle onmogelijkheden geëlimineerd gelijk het haar van burgerpapa Bert. Politiek indruk maken over de ruggen van ruim 72.000 stadgenoten om maar het luie rectum op stadhuiselijk pluche te kunnen plaveien? Dat geeft geen pas.
Waarom dan toch altijd maar dat liegen? Terwijl je toch hebt gezworen - met één hand op de Bijbel en de andere op je schijnheilig rondwippend kruis - dat eerlijkheid en integriteit voor Gods aanschijn gestand zou blijven. Wat schiet een mens (Jaja, ook een politiek dier is van geen menselijkheid ontbloot) er in godsnaam mee op?
‘De waarheid is voor slapjanussen,’ zei mij eens een wethouder van Onduidelijke Zaken. ‘Ik? Ik lieg constant en heb al drie termijnen een buitenproportioneel salaris waar Balkenende van zou verbleken. Liegen kost de maatschappij geld, maar legt mij geen windeieren. Daarbij: ik ben een idool voor schoolmeisjes, wethouders en raadsleden van feminiene statuur met geile inborst. Daar mag ik graag eens het bord mee schoonvegen.’
Dat liegen van Waalse afkomst is kan kloppen. Hoofdstad Luik is in de taal van het Land van Marianne immers Liège. Bij ons thuis werd en wordt nooit gelogen. Zelfs niet om bestwil. Daarbij houden we niet van mosterd.
Het is van een historische feitelijkheid dat politici liegen zodra ze gewoon burger “af” zijn. Dat gebeurde al in de tijd van keizer Caesar die door familiaire leugenachtigheid, omgezet in een praktische variant, om het leven kwam. Ver daarvoor al en in echt alle landen, al moet je daar binnen een dictatuur mee oppassen, want een scherper leugentje dan de Grote Baas Himself en je ligt met een blok beton om je onderdanen voor eeuwig in een bubbelbad.
Ook lusten politici graag een slokje al is de tijd van rollende jeneverflessen in onderste laden voorbij. Tegenwoordig zijn het voornamelijk hippe cocktails die het bureau bevolken. Bekend is dat je van enig alcoholgebruik de waarheid ook wat minder scherp ziet.
Dat ten stadhuize wordt gelogen alsof het een officiële taal betreft is nog tot daar aan toe. Dat er mensen zijn die lulkoekiaanse prietpraat voetstoots voor waar aannemen, dat is pas erg en schrikbarend. In feite regeert de leugen de stad waarin we frequent verstikken als de immense kolder ons boven de neus dreigt te groeien. ‘Omdat het in de krant staat is het altijd waar,’ zeggen ze dan. Zij die liefst alle nieuws manipuleren.
Het zou mooi zijn als de kerstman hier eens paal en perk aan stelde. De sint is hiervoor te oud en bovendien ligt die al op het strand in Benidorm. De brief die ik Santa stuurde, die, waarin ik hem vroeg de politieke eerlijkheid eens in het leven te roepen, keerde met vermelding van “Adres onbekend” rap weer retour.
Een buurman zei: ‘De kerstman? Die bestaat niet. Wie je dat heeft wijsgemaakt is een leugenaar.’
‘Het was mijn vader die dat zei,’ antwoordde ik beduusd.
‘Dus je vader was de leugenaar!’
‘Tja. Kennelijk liegen alle mensen als het zo uitkomt. School er dan toch een politicus in hem, de man die beweerde mijn vader te zijn, of waren alle mensen in feite leugenaars en dus politici?’ Ik besloot er niet uit te komen en griste een voor mij bestemd cadeautje vanonder de kerstboom.
Gelukkig nieuwjaar en wees voorzichtig morgen met al je leden. Verslappend of niet.
Tekst
Waarman
Schilderij
Robert Daalmeijer