Ton Lebbink werd het gebonk van het constant op slakkentempo voort hummelende boemeltreintje nu echt keertje zat. De TGV en de Thalys? Toekomstmuziek! Nu nog sleepte hij zich voort van rail naar rail. Hoeveel bielzen? Hoeveel bielzen hij achter zich had gelaten? Als het er om de meter één was al een heleboel. Zoveel eiken had je niet eens.
Na een nachtje doorhalen met een kunstenares, het gerommel en gevecht met Fanny en dat ouwe nog knuistige onbenul, en een paar coupletjes te veel met Dalida vond hij het tijd eens een fikse vent aan de liefst literaire tand te voelen. Maar al wat er zich aandiende in dit nog altijd opgeblazen Märklinnetje ontsteeg het niveau niet van grootmoeders met wandelstokken, een kapelaan die iets weg had van Jo De Meyere die zich aan het voorbereiden was op de rol van Erik Odekerke in een productie die nota bene pas op 16 januari 1978 de kwelbuis teisteren zou en een vuilnisbakkie die graag zwerfhond wilde worden. Hij had dan ook geen bagage noch een geldig vervoersbewijs.
Ton Lebbink nam nog maar eens een fikse slok rode landwijn, voelde zich rozig en sloeg van een te veel groen uit. Hij braakte over een stuk land dat daar toch lag. Geeuwde hardgrondig. De laatste anderhalf honderd kilometer vroeg alles van zijn geduld. Nog goed dat hij dat niet was kwijtgeraakt. Hij keek naar de langs peddelende naambordjes waarop: Saint-Tropez, Sainte-Maxime, Fréjus, Cannes en Antibes (waar geen oude vrouwen komen mochten) zich in zijn zwarte aantekenboek een plekje verwierven. Eenmaal in Nice, het Occitaans Capitool van de Provence, pakte hij zijn lange zwarte leren jas van het haakje en de bruinleren reistas uit het rek en strompelde met trombotische pasjes het Franse perron nul op.
Het was einde middag. De zon zinderde en er kwam damp van het zeewater. Bij het station direct Hotel Terminus. Hij stapte binnen, reserveerde een kamer met uitzicht op de Mediterranée, spoelde met een warme douche alle reisstof van zich af en deed verse kleding aan. Beneden gooide hij de kamersleutel met rubberen peer op de balie en stapte het ontluikende avondleven in. Hier een knipperend kleurrijk neon tekst, daar een schaars geklede dame met een knipoog. Ook nu had hij geen plan. Wel wist hij dat er zich een knagerig monster in zijn maag bevond dat eerst tot rust gemaand diende te worden middels het nuttigen van enige Franse spijzen. Hij vond op loopafstand, van treinen en ander OV had hij de buik reeds lang vol, een gezellig restaurant met terras. Hij zeeg neer, draaide een tabakje, bestelde een Everclear, werd glazig en hoofdschuddend aangekeken en kreeg Pastis met een karaf water. Hij genoot een weldadige bouillabaisse, knabbelde een frisse salade, verscheurde een halve kilo T-bonesteak, slurpte twee minuscule kopjes espresso, vier glaasjes marc en viel snurkend van zijn stoel in het zijdezachte terrasgras. Een hulpvaardige ober hielp hem terug in verticale positie, zei (in het Frans): “Die k*ttrein zeker vanuit Marseille” en liet de literator in spe na afrekening gaan met nog een glaasje marc in zijn mik. Een havenarbeider die juist terugkwam van zijn logistieke werk in de haven sjouwde de kuisvermoeide dichter tegen betaling van Ff 10,- moeiteloos tot aan de balie van Hotel Terminus. Het behoeft geen nader betoog dat Ton Lebbink die avond weinig actie ondernam en sliep tot de ochtend riekte en reikte naar de middag.
Na nog maar een douche stapte hij goedgemutst en met volle bepakking op zijn lekker ingelopen Sendra’s via de Promenade des Anglais naar de 26 Avenue Durante en nam zijn intrek in Hotel Interlaken dat naar zijn idee shabby genoeg was om zo het een en ander te beleven dat mogelijk het daglicht niet kon verdragen.
ADVERTERING?
Ton Lebbink zat in de redactie van maandblad Agenda. Daarvoor schreef hij niet alleen poëtische hoogtepunten, hij heeft er ook advertenties voor Café Helmers gemaakt en ingezet:
O ---- O ---- OVERAL
SCH ---- SCH ---- SCHEVE
SCH ---- SCH ---- SCHEMERLAMPJES
CAFÉ HELMERS?
OOK VO -- VOOR ST -- STOTTERAARS
1e CONST. HUYGENSSTRAAT 59 tel. 12 27 61
1e prijs ---- tekst van Moniek Sam
Of deze (Dienster Caroline vindt ze nog altijd prachtig, red.):
HET VOLK MORT.
HET ONKRUID TIERT.
DE KLEUREN VLOEKEN.
CAFÉ HELMERS
1e Const. Huygensstraat. 59
VAN ORANJE.
Grüsse aus A"dam.
Advertenties
Ton Lebbink
Tekst
Peter Joore
Fotografie
Beaty Czetö