Rijptrip manipuleert DNA van ex-vakantieganger

Gaat Ton Lebbink zich settelen?

Gaat Ton Lebbink zich settelen?

AMSTERDAM - In de bijna vier seizoenen die de jonge Ton Lebbink - gescheiden van zijn hoofdstedelijke woonst en zijn muze Caroline - een groot deel van Europa doorreisde, had hij onbewust niet alleen alle puberale schroom van zich afgeworpen, maar ook was hij in contact gekomen met zijn volwassene “Ik”, had hij leren drinken als een goddelijke Bacchus en als een echte zeeman Zware van de Weduwe leren wentelen en dichtlikken en meisjes versieren ging hem nu ook makkelijker af.

Niet lang na zijn terugkomst in Stamcafé Helmers bleek dat er hier niet veel was veranderd. Een handjevol klanten, dat het tijdelijke voor het eeuwige had ingeruild daargelaten, liet zijn of haar gezicht niet langer zien. In een paar gevallen een onbetaald bonnetje als ergernis gevende erfenis achterlatend zorgden zij tijdelijk voor een leemte. Maar hiervoor waren weer aanstormende jeugdige, veelbelovende jongens en meisjes in de plaats gekomen. Van dit clubje bleef uiteindelijk en na enige decennia hooguit één exemplaar over. De rest ging trouwen, kreeg kinderen en een baan en verhuisde of ging gewoon, net als iedereen, tussentijds dood.

Gelukkig waren de filmjournalist, de handelsreiziger en de het oude (tijdloze) baasje in ketelpak nog wel present. Gezeten op hun onwrikbaar geachte kruk deelden zij nog vrijwel iedere dag lief en leed. Nog belangrijker: Caroline bleek nog altijd de belangrijkste kroegnimf. Ton Lebbink bekeek en bevoelde haar, als er niemand keek of als ze samen in de sponde bivakkeerden, zonder ophouden van top tot teen en omgekeerd.

Nu, in zijn Amsterdam dat nog altijd bruiste als een zojuist opengetrokken fles Coca-Cola, vroeg hij zich af of hij Caroline niet eens mee zou vragen op een vakantiereisje. Niet zo lang als zijn Rijptrip, natuurlijk. Maar gewoon er even tussenuit, want zoveel vrije dagen genereerde haar klassenrijke tap- en inschenkwerk nu ook weer niet. Daarbij: Helmers was een toffe plaats, maar geen gratis vrijedagenweggeefhoek.
   Zou ze meewillen als hij het vroeg? Zou ze ook eens met haar goddelijk lijer in de zon op het strand aan het Mittelmeer willen bivakkeren? Goed ingesmeerd tegen het verbranden; dat helpt. En zou ze "Ja" zeggen als hij haar ten huwelijk vroeg?
   Zo ja, dan zou hij snel zijn sokken, onderbroeken en andere kleding wassen en haar vragen. Misschien wel op de (voetbal)knieën. Met de trein leek hem wel wat, maar gezien de korte tijd (een week, hooguit) die ze hadden zou een vliegtuig uit-en-thuis het beste , meest efficiënte en luchtverontreinigende transportmiddel zijn.

Een moment benauwde hem de gedachte dat hij nooit meer iemand anders als vrije vrouw tegen zou komen en haar vleselijk exploreren zoals Nicolai Hel en Le Cagot in de Frans-Baskische Pyreneeën een diep en duister gat nabij Etchebar. Wie de huwelijkse trouw afdwong diende haar tenslotte ook na te leven. Anders kon je net zo goed alleen blijven.

Hij holde van het overvolle terras (het was transpiratieopwekkend zomerweer) naar binnen, kuste Caroline en zei: ‘Zullen we volgende week samen op vakantie gaan?’ De dienster kleurde tot diep in haar nek en ze stamelde: ‘Wij? Ja, graag. Ik ga gelijk vrij vragen én nemen …’

FIETSEN OP HET MITTELMEER (*)
Luisteren terwijl je leest: LINK

Builen vallen we meestal niet.
Risico nemen? Liever niet.
Niet kiezen. "Waarheen?"
Zeker. Van zon en bad. "Waarheen?"
"Tsja, daar vraag je me wat."
"Lloret de Mar, Ibiza, Sitges, Fuji of Kanari?"
"He, bah. Nee, je moet naar Ulster gaan ...
Het liefst in januari.

Fietsen op het Mittelmeer.
De Lips. De Lips kruipt door het slot. Hangen en dan wurgen.
Globetrotters. Strandjutters.
Fietsen op het Mittelmeer. Van maaltijd naar maaltijd drijven.
Te huur van een donkerbruin tourist. Ogen die alles gezien hebben.
Suikerspinnen, kippekontjes.
Het gehaktballenvolk, wit op de Jumbotrap.
Gidsen graven gretig naar gasten. Permanent.
Stuiverromantiek.
De ontstelde blik van de verkeersleider die een vlucht meeuwen in een Jumbo ziet verdwijnen.
Paardevijgse discodijen.
Karnemelksepapse villaflats.

Fietsen op het Mittelmeer van maaltijd naar maaltijd drijven.

Paella, zarzuella, castagnetten, haarkrulsetten.
De dikke stroom touristendrollen is wat dunner dan laast jaar
en van wit brood zaagt men planken. Gelaarste katten.
Goude kalven vliegen als een schaduw heen langs terrassen steen en been
en klagen klagen klagen doen we niet.
Hoogstens met een levenslied of met een Spaanse zanger.

Fietsen op het Mittelmeer. Van maaltijd naar maaltijd drijven.

Globetrotters, strandjutters, pitspoezen mannetjesputters, drie weken strand.
Drie uren charter. Vlucht uw boeken Rob en Ans. Trippel door het
rulle strand met kleine Jules en Janneman naar de bruine botenman.
Er zit zand in de krullen van de droge rundlederen geldwisseltas.
Voor zijn kruis. Ogen die alles gezien hebben ...

Fietsen op het Mittelmeer. Regende het maar een keer ...

Ah! De Lips. De Lips sluipt door het slot. Wurgen en dan hangen.
Te huur voor een uur. Zoutarm eten peperduur.

Fietsen op het Mittelmeer. Van maaltijd naar maaltijd drijven.

Permanentjes, rasta dreads, suikerspinnen, kippekontjes, pitspoezen, mannetjesputters, strandjutters, vluchtleiders, zeemeeuwen, jumbojets, hotelflats.
Ogen die het wel gezien hebben.

Gelaarste katten, Spaanse matten, kattenmeppers, putjesscheppers, strandstoelen afkoelen ...

Oben ohne trilt een rietje tussen ijs en blokken een geparfumeerd ritme in de schaduw van een snelle visser.
Kale plekjes op de beslagen Cuba Libre achtergelaten door de nagellakse  brokkelvingers van een Neckermannerinnetje.
Geheel verzorgd.

Globetrotters, modekleuren, modegeuren, pitspoezen, spitsboeven, 
mannetjesputters, strandjutters ...

Fietsen op het Mittelmeer. Van maaltijd naar maaltijd drijven.

Globetrotters, strandjutters, grutters.
Grutters ...

Gedicht
Ton Lebbink

(*) Fietsen op het Mittelmeer is in 1981 op de elpee Luchtkastelen verschenen met als muzikanten: Cor Bolten (gitaar, synthesizer), Theo Bolten (basgitaar, klarinet). Pieter Kooyman (gitaar op de nummers 3 & 4, Dennis Whitbread drums op 8), René Poestkoke (effecten op 5) en Ton Lebbink (zang/voordrachten, drums).

Luchtkastelen
1. Voetbalknieën 4:07
2. Hausfraulein 1:17
3. Luchtkastelen 8:11
4. Geen Mening - Ja/Nee 2:23
5. Jugendzeit 7:20
6. Fietsen Op Het Mittelmeer 7:41
7. Donker Is De Kalverstraat 4:37
8. Vol Gas 6:44
9. Kom Bij De Machine 7:58

Het album Luchtkastelen bestaat uit performance-gedichten in een muzikale omlijsting van new wave/synthpop. De gedichten zijn geschreven door Lebbink zelf. Ze bestaan vaak uit ketens van woordassociaties, zijn humoristisch en wat absurdistisch. De invloed van C. Buddingh' en Jules Deelder, door Lebbink gewaardeerde dichters, is erin te herkennen.

De muziek op het album is geschreven door Lebbink, Theo Bolten en Cor Bolten.

Het bekendste nummer van dit album, Voetbalknieën, bereikte als single de Nederlandse hitparades net niet. De Tipparade bleek zowel begin- als eindstation maar het nummer is nog altijd zeer gekend in zekere kringen.

Tekst verhaal
Peter Joore

Fotografie
Beaty Czetö

22-05-2024