leerde ik mensen kennen
die zich inzetten voor de stad
met toewijding en een warm hart
zij wisten mij te inspireren
kreeg ik kansen, mooie verzoeken
maar vooral ook veel vertrouwen
mijn dichtkunst te ontvouwen
dat heeft mij blij verrast
mocht ik mij uitdrukken
op mijn eigen manier
verbindend en positief
dat is de taal die mij past
het was een eer te mogen dichten
voor de mooie stad Maassluis
mijn woorden zin te geven
mijn gedichten een nieuw thuis
MAASSLUIS - Met deze woorden nam Marleen Opschoor in september afscheid als stadsdichter van Maassluis. Twee jaar lang schreef ze met passie over haar woonplaats en over alledaagse gebeurtenissen. In oktober verscheen de bundel Dichter bij Maassluis, waarin al haar poëtische teksten zijn gebundeld die ze als stadsdichter heeft geschreven. Komende vrijdag zal in de rubriek ‘Een uitgelezen kans’ een bespreking van de bundel verschijnen. We zochten haar op en stelde Marleen over haar functie en haar werk een paar vragen.
De Vlaardinger (DV): Hoe kwam je ertoe je aan te melden in 2022 voor de functie van stadsdichter?
Marleen Opschoor (MO): Ik ben gevraagd door Woordkunst Maassluis of ik me aan wilde melden. Ik had weleens bij hen voorgedragen op dichtersavonden en bij andere poëzie-events.
DV: In januari 2021 verscheen je eerste bundel: ‘DICHTPUNTJES’. Was je al lang actief als dichter?
MO: Sinds 2015 ben ik actief bezig met dichten. De aanleiding was het overlijden van mijn vader. Hij was groot fan van Toon Hermans en rondom zijn overlijden kwamen zijn gedichten voorbij. Blijkbaar geïnspireerd werd ik 's nachts wakker met een gedichtje in mijn hoofd dat toen ook op de rouwkaart is gekomen. Daarna bleef het stromen. Ik zeg weleens: er is toen een luikje open gegaan. Daar ben ik nog steeds heel dankbaar voor.
DV: De start als stadsdichter was voorzichtig, met hier en daar ‘strooigedichtjes’ op openbare plekken. Hoe kwam je op dit idee?
MO: Ik volg op Social Media een dame in Utrecht die positieve berichten achterlaat op openbare plekken. Omdat mijn gedichten ook vaak een positieve boodschap bevatten, kwam ik op het idee korte gedichten te laten drukken op kaartjes. Deze strooide ik rond in Maassluis, bijvoorbeeld in fietsmanden, winkelwagentjes, tussen het fruit in de supermarkt en onder ruitenwissers. Dit werd heel leuk ontvangen.
DV: Je deelt onder de naam ‘Mijmertijd’ veel gedichten op Facebook en Instagram; komen daar ook reacties op?
MO: Daar komen zeker veel reacties op en ook steeds meer volgers. Mijn gedichten zijn toegankelijk en mensen herkennen zich erin. Door Social Media heb ik meer naamsbekendheid gekregen en zo durfde ik het op een gegeven moment aan een eerste dichtbundel uit te brengen.
DV: Veel gedichten van jouw hand worden gepubliceerd in een eigen (gekozen) lettertype. Hoe kwam je daar op? Je wellicht onderscheiden van anderen?
MO: Voor het vormgeven van mijn eerste bundel DICHTPUNTJES heb ik een ontwerpstudio in de arm genomen, Amehoela in Maassluis. Zij hebben toen ook een nieuwe huisstijl voor Mijmertijd ontworpen met een logo, vaste kleuren en dus ook een eigen lettertype. Waardoor een gedicht goed te herkennen is als een Mijmertijdgedicht.
DV: Heb je tijdens je stadsdichterschap ook contact gehad met andere stadsdichters?
MO: Jazeker. Ik heb deelgenomen aan het Groot Gouds Stadsdichtersgala in Gouda. Hier wordt jaarlijks de beste Stadsdichter van het land gekozen aan de hand van voordrachten. Dit was een geweldige avond met veel talent. Het was leuk om ervaringen met elkaar uit te wisselen. Ik heb nog steeds goed contact met de ex-stadsdichter van Schiedam, Yvette Neuschwanger.
DV: In het voorwoord van je bundel geef je aan dat het een feest was om stadsdichter te zijn. Toch geeft het lijkt me wel mentale druk en zeker ook een bepaalde verantwoordelijkheid. Je wordt gevraagd een gedicht te schrijven voor een bepaalde gelegenheid en dan moet je wel op tijd wat op papier hebben gezet.
MO: Bij elk verzoek gaf ik van te voren aan dat ik voldoende tijd moest hebben omdat ik letterlijk 'mijmertijd’ nodig heb om tot iets te komen. Dit is altijd goed gegaan en daardoor heb ik het niet als druk ervaren, wel als een uitdaging. En inderdaad, je hebt ook een verantwoordelijkheid. Maar het feit dat er verzoeken komen geeft aan dat er vertrouwen is in je dichtkunst en dat geeft mij dan weer zelfvertrouwen.
DV: Wat kunnen bronnen van inspiratie voor je zijn? Kun je daarvan een voorbeeld geven? MO: Eigenlijk zit inspiratie in alles. Dat kan iets moois zijn wat ik zie in de natuur, een zin die me raakt in een boek of tijdschrift, een actualiteit of gebeurtenis die me bezighoudt, een woord waarin ik ineens een dubbele betekenis herken. Mijn luikje staat altijd open. Om die inspiratie te vangen schrijf ik losse woorden of zinnetjes in mijn telefoon. Zodat ik dit een keer kan verwerken in een gedicht. Voor het uiteindelijke dichten moet ik wel tijd maken. Ik zonder me dan graag af om aan de waan van de dag te ontsnappen. Ik maak een wandeling of drink ergens alleen koffie en zet dan mijn ‘mijmerknopje’ aan.
DV: De bundel ‘Dichter bij Maassluis’ wordt gesierd door een illustratie van Maassluis, gemaakt door Dasja Tiemens. Vanwaar deze keuze?
MO: Ik was op zoek naar een kleurrijke voorkant voor deze bundel met het liefst een afbeelding van Maassluis. Ik leerde Dasja kennen doordat wij werden gevraagd door Stichting De Kuiperij om samen een workshopreeks Tekenen & Dichten te organiseren. Zo maakte ik kennis met haar illustraties die me gelijk aanspraken.