VLAARDINGEN / MAASSLUIS - Johannes Fenacolius was een zelfbewuste en ondernemend man. In 1608 vestigde hij zich met zijn gezin in Maassluis, waar hij predikant werd en tot zijn dood in 1645 zou wonen. Fenacolius nam voortdurend het initiatief, ging zelf op zaken af, was vasthoudend en tactisch zeer sterk. In de biografie ‘De stichter van Maassluis’ noemt de auteur ervan, historicus Adri P. van Vliet, hem een mannetjesputter en workaholic. Het boek verscheen dit jaar ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan van de Historische Vereniging Maassluis (HVM).
Twaalf hoofdstukken lang weet de auteur de lezer te boeien met dit kloeke boek, dat ruim geïllustreerd is met foto’s en afbeeldingen. Deze illustraties geven je soms letterlijk een inkijkje in de zestiende een zeventiende eeuw. Op het moment dat Fenacolius werd geboren, woedde de Tachtigjarige Oorlog hevig. In Maaslandsluis, zo zou hij later ontdekken, was door gevechtshandelingen vier jaar voor zijn geboorte de kerk verwoest. Hij maakte, niet alleen op bestuurlijk gebied, een woelige tijd mee.
Adri P. van Vliet heeft ervoor gekozen de levensbeschrijving in thema’s weer te geven. Natuurlijk gaat het eerste hoofdstuk over de jeugd van Fenacolius, zijn studiejaren en zijn eerste baan. De hoofstukken daarna geven aan wat zoal zijn activiteiten waren en hoe Fenacolius die uitvoerde. In het derde en vierde hoofdstuk lees je dat de nieuwe dominee zich vestigde in Maaslandsluis en hoe hij invulling gaf aan zijn pastorale werk. Zijn activiteiten voor de Nederduits Gereformeerde Kerk buiten zijn woonplaats waren veelomvattend. In de controverse tussen de gematigde gelovigen en de lidmaten die streng in de leer waren, koos Fenacolius voor de laatsten.
Tijdens zijn studie aan de net opgerichte Universiteit Leiden heeft hij zijn familienaam Vennekool gelatiniseerd. Ook de zes boeken die hij uit het Latijn vertaalde en de twee boeken van zijn eigen hand verschenen onder zijn nieuwe naam. De biograaf is onder de indruk van de grote hoeveelheden werk die Fenacolius heeft verzet en bezigt dan ook de omschrijvingen ‘mannetjesputter’ en ‘workaholic’.
Voor de huidige inwoners van Maassluis zullen twee activiteiten van Fenacolius het meest in het oog springen. De verzelfstandiging van Maaslandsluis naar Maassluis en de bouw van de Groote Kerk.
Fenacolius merkte veel onvrede in zijn gemeente. De hoeveelheid belasting die de bewoners van Maaslandsluis moesten afdragen aan Maasland stond in geen verhouding tot de geringe uitgaven aan openbare voorzieningen. Maasland weigerde zelfs verscheidene keren om de haven van de vissersplaats uit te baggeren, ondanks adviezen van het Hoogheemraadschap Delfland om dat wél te doen. Bovendien was de schepenbank, die rechtsprak, maar één keer per twee weken in functie. Dat was veel te weinig voor de vissers en handelaars, die bij een geschil over aankoop of verkoop dat graag direct aan de schepenbank wilden voorleggen. Na veel gesteggel en geharrewar, na veel overleg en met veel geduld kon Fenacolius in 1614 zeggen dat het hem gelukt was van Maassluis een eigen bestuurlijke gemeente te maken.
Door zijn tomeloze inzet steeg het aantal lidmaten van de kerk in de eerste jaren van Fenacolius’ predikantschap in het toenmalige Maaslandsluis fors. Hij was er als de kippen bij toen tijdens het Twaalfjarig Bestand de schans op het Schanseiland zijn functie verloor: hij drong er bij de Staten van Holland op aan om deze grond te gebruiken voor de bouw van een nieuwe kerk. Dat lukte in 1612. Het zou nog wel tot 1629 duren voordat met de bouw kon worden begonnen.
Biograaf Van Vliet benadrukt dat er meer facetten zijn waar Fenacolius zich voor inzette. Hij nam bijvoorbeeld ook het initiatief om een sociaal vangnet op te zetten voor het thuisfront van vissers die op zee de dupe werden van Duikerker kapers.
Adri P. van Vliet heeft kans gezien een gedegen en gemakkelijk leesbare biografie te schrijven over de stichter van Maassluis. Wel wordt er soms nogal uitgeweid in details, wat de aandacht van de lezer zou kunnen afleiden. Maar geen feit in dit boek is overbodig. ‘De stichter van Maassluis’ is een prachtige ode en eerbetoon aan de man die met hart en ziel zich achtendertig jaar lang heeft ingezet voor het wel en wee van een nieuwe, zelfstandige vissersplaats.
Adri P. van Vliet (Zaanstreek, 1956) was tot aan zijn pensionering plaatsvervangend directeur bij het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Hij is specialist in de Nederlandse (maritieme) geschiedenis van de zestiende een zeventiende eeuw.
In 2017 verscheen van zijn hand Bastaard van Oranje, een biografie over Justinus van Nassau, de bastaardzoon van Willem van Oranje. In oktober 2012 ontving Van Vliet de Prins Hendrik Legpenning. Deze wordt jaarlijks toegekend aan personen die zich buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor de Koninklijke Marine. Op 26 april jl. is Van Vliet benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau vanwege zijn vele vrijwilligerswerk.
De stichter van Maassluis is verschenen bij de Historische Vereniging Maassluis en kost € 25,00. Te koop via de website van de HVM en in de winkel van Ervaar Maassluis.
Recensie
Gerard van Os
illustraties:
1. omslag van het boek
2. portret van de auteur (bron: HVM)
Alle boekrecensies zijn terug te vinden op: www.vlaardingenleest.nl.
Dit is een bijdrage van het recensiecollectief. Lijkt het je leuk om ook een boek te bespreken voor De Vlaardinger, mail dan je recensie naar Hans Vrugt, eindredacteur van het collectief: hansvrugt@planet.nl.