Een merkwaardige schoonheid met een lange kleurrijke leren jurk, de ogen zwaar opgemaakt en het haar met een staart schuin achterop het hoofd geplakt, kwam naast Waarman zitten. Met een wat oenig klinkend lijzig dialect begon zij te praten na eerst een kleurrijke cocktail (bont als haar kunstzinnig gewaad (*) te hebben ontmaagd door er een fikse slok van te hebben genomen:
‘Burt Männerstra zit in een verstrengelde huwelijksrelatie met de energetische ex-minister Orka van Oude-Ruïnes. Op een dag lukt het Burt om aan Rotterdam en de politie te ontsnappen en duikt onder valse voorwendselen onder bij een college van B&W. Niet veel later komt Vlaardingen erachter dat hij van alles belooft en niks doet. Een bron en contact vertrouwt dit niet en vermoedt al snel dat zijn aanstelling een moetje is. Zelden een burgervader iemand zo enthousiast zien toejuichen en ophemelen als Aboutaleb in de Grote Kerk tijdens zijn afscheid annex aanstelling van Burt: “Die zien we nooit meer … terug!” Je hoorde het hem denken.
Burt Männerstra is een hele vent. Wie hem ziet, voelt direct de stoere uitstraling van de Feyenoord-fähige motorrijder die voor geen kleintje is vervaard. Wie met hem praat weet dat uit zijn mond mooie geluiden komen die, als het woord vlees zou worden, de stad goed zouden doen en vegetariërs teleurstellen. Burt is carnivoor.
Maar nu er (politieke) tegengeluiden komen betreffende zijn frequente afwezigheid en mankerende toezeggingen, hemel nog aan toe, dan klinkt hij als een orakel waarvan de goddelijke inspiratie is zoekgeraakt. Hij was niet eens bij de presentatie van het nieuwe college. Volgens een stadhuiselijk insider omdat Burt bang was dat alle aandacht naar hem toe zou gaan … De arrogantie ten top, dacht ik zo. Bij voorstellen van het volgende landskabinet Willem Alexander ook maar van het bordes weren?
Helaas was er al een Bruinsma (Tjerk, niet Klaas) die al patent had op het toezeggen van zaken die hij niet mocht toezeggen.
Misschien dat een wethouder met koolmonoxide-initialen op dit punt ook weer eens voor het voetlicht kan worden gehaald: “Ik bel je snel,” luidde steevast zijn lemma.
Politiek is een vreemd vak waarvoor geen diploma’s noch een adequaat geestelijk- of integriteitsvooronderzoek nodig worden geacht.
Vlaardingen zwijgt. Het beeld van een golfende burgemeester op golvende grasvlaktes die op zijn (Kort) Amerikaans onder werktijd zijn netwerk stuurt wordt sterker. Toen zei iemand: “Kom, hij zit er pas. Geef de man de tijd.”
Daarop sprong een ander op. Je ziet dat wel bij het turnen, dat iemand vanuit stand, het fysiek imponerend niets, een drievoudige salto maakt. Zo ook nu, maar dan verbaal. Heel mooi en verbazingwekkend. De man sloeg een denkbeeldig stofje van zijn grijs colbert en keek grimlachend rond. Hij had een rode das die oogstrelend combineerde met zijn huis-gestreken zijden overhemd, en verder niets.
Hij nam de afwachtende houding aan van een feniks waarvan de aansteker het niet doet. Zijn hand bedekte nu zijn gerimpelde schaamdeel. Er volgde een orkaan van stilte, waarna hij met het schaamrood - in dezelfde Ferrarirode kleur als zijn das - op de geprononceerde kaken schichtig om zich heen keek en de grijze pantalon optrok.
Als (ex) politie(k)man wist hij wat het was om voor een stijf lid te worden uitgemaakt, maar om er nu echt vóór (dus: achter) te staan … Hij nam snel een slokje Schelvispekel en liet zich deze lokale godendrank, een paar tellen zwijgend genietend van het alcoholisch DNA, goed smaken door het in de mondholte met een licht slurpend geluid een Ilja Gort-rondgang te laten maken van jewelste. Daarna slikte hij het Bruine Goud door en ging eindelijk over tot de orde van de dag.
Hij zei: “Ik zal het nooit meer doen. Dat wegblijven van zaken, die onder mijn verantwoording vallen, is niet zoals het hoort. Ook niet als ze ongeautoriseerde racerij betreffen. En ik zal in het openbaar geen dingen toezeggen die ik niet waarmaken kan omdat dit door de raad, toch deels mijn opdrachtgever, wordt beslist.”’
De kunstzinnig geklede bizarre schoonheid met Zeeuwse tongval, want dat was het: dat oenig lijzig dialect, keek Waarman glunderend van oorlel (waaraan een sculptuur) tot oorlel (waaraan ook een niet te missen metalen bouwwerk) aan: ‘Nou wat vind je ervan?’ Waarman genoot en wist zeker dat hij er op een goede dag aan terug zou denken, dit kleurrijk verhaal van iemand die hij juist had gezien.
Noot
Het kleurrijk gewaad is een creatie van modetycoon m/v Long Feng Shui uit Amsterdam.