De band tussen klant en kapper is een hechte. Daartussen komt hooguit een kam of schaar. Is de klant eenmaal gezeten voor de spiegel (waarin ogen de ziel bezien) dan ontspint zich een geweldloos gevecht waar enkel haren het onderspit delven. Een coupekamp waar in dit geval Kapper Karel afwisselend luistert, praat en te allen tijde zijn zwijgplicht, de barbier zijn Omerta, bewaart. Die geheimhoudingsplicht of erecode, daaraan is de goede kapper gehouden. Wat de klant doet met zijn of haar nieuwverworven kennis of dorpsroddel is aan hem en haar.
Judith Kooij is zo'n vrolijke non, zeker geen Bruid van God, die zich al vijftien jaar laat vertroetelen in Stoel I van Karels Knippaleis. Ze oogt, met haar korte frisse kapsel, als supermodel Twiggy in de gouden jaren. Ze werkt als administratieve duizendpoot bij De Goede Vastgoedonderhoud. Als het om haar sportieve kapsel gaat is ze diep kritisch. Dan is er niets zomaar vast goed: ‘Karels handen zijn van goud die kunstig zilveren scharen hanteren. Nog nooit een haar verkeerd. En altijd afgemaakt met zijn in vroeger jaren op de LTS speciaal voor hem geproduceerde grove tandenkam. Daar krijg je kleine golfjes van, alsof er iets wonderlijks is gebeurd. Net als de Middellandse Zee, maar dan op het hoofd.’
Wat Kapper Karel doet met het fijnbesnaarde haar van Judith staat gelijk aan microchirurgie. Als een specialist analyseert hij elke pluk tot losse haren weer één zijn als een hoofd bedekkend collectief. Maar dan zonder narcose of het zouden zijn verhalen zijn die de geest versuffen.
In de gang naar Kapper Karel (altijd rond de klok van tien) sleept Judith trouw haar moeder mee. Geen twee voor de prijs van één, wel zo gezellig. Dat haar zus Karin zelfs de Nieuwe Maas oversteekt voor ook zo’n Ellie Lust model geeft niet alleen gezelligheid; het is een verkapte reünie die eens in de vijf weken plaatsvindt. Zeker als haar man ook nog eens zijn woeste hoofd om de hoek van de deur heen steekt.
Als ik haar vraag of ze weleens vreemd is gegaan krijgt Judith zowaar een stralend rode blos die de temperatuur een paar graden laat stijgen. ‘Qua kapper. Op vakantie of zo,’ vult De Vlaardinger snel aan. ‘Nee,’ is ze kordaat. ‘Geen haar op mijn hoofd die daaraan ook maar een seconde denkt.’
Hoewel in het Schiedamse Nolet Ziekenhuis geboren zat Judith al, tussen de eerste en de tweede borstvoeding in, weer in Vlaardingen. Nog altijd en wellicht voor altijd haar favoriete stek.
Wat haar, naast een keurige coupe, het meest pleziert aan Kapper Karel is zijn hulpvaardigheid. ‘Kappers praten, ratelen soms zelfs. Dat is algemeen bekend. Minder publiek legendarisch is zijn geheugen. Hij knoopt graag en doeltreffend vraag en aanbod aan elkaar. Heb je iets of wil je wat; Karel weet negen van de tien keer iemand die je op weg kan helpen. Vaak een klant, natuurlijk.’
Niet echt helblond van zichzelf, zeg maar: donkerblond, is Judith het type klant waar Kapper Karel alle uren van de dag zijn stoel mee vullen wil. ‘De tijd vliegt met zulke toffe klanten. Zij is eerlijk en open, spontaan en zeker geen strenge juf.’
‘Vroeger had ik krullen. Geen horlogeveertjes. Meer een grove slag. Sinds ik bij Karel ben is die frivoliteit in onderling overleg verdwenen. Nu ben ik echt elke keer gelukkig met mijn korte koppie. Kom ik weer buiten krijg ik vaak positief commentaar. Denken mensen dat het zo, met die kabbelende golfjes, is geknipt. Maar het is die wonderkam van aluminium. Laatste restante van de node gemiste Vlaardingse LTS.’
Thrillers lezen, tijdschriften doorbladeren en koken: Judith mag het allemaal graag doen. Maar eens in de vijf weken laat zij zich helemaal en ontspannen gaan in de veilige stoel van Kapper Karel. ‘Het is een kwestie van vertrouwen. Ik zou erbij in slaap kunnen vallen als het niet zo gezellig was om met hem te kletsen.’
Voor wie ook interesse heeft in zo’n Judith kapsel, die zegt tegen Kapper Karel: “Ik wil de Streepjescodecoupe.” En dan komt alles piekfijn in orde. Ook voor andere modellen, natuurlijk.
Noot
Judith zou het best leuk vinden als meer mensen de Streepjescodecoupe namen zolang het maar geen hype wordt. ‘Mis ik straks al die leuke complimentjes vanwege mijn unieke haar,’ zegt ze met een gulle lach die klaterend door de Peperstraat/Pepersteeg richting Vispaleis ’t Hoogertje rolt.
Kapper Karel | ’t Salonnetje
Peperstraat 3
3131 CT Vlaardingen
Telefoon: 010-435 90 96
Tekst
Peter Joore
Fotografie
Peter Joore | Familie Kooij