De toen negentienjarige Lou Vlasblom dook op 14 januari 1933, midden in de crisisjaren, van De Hef, de bekende stalen spoorbrug over de Rotterdamse Koningshaven. Hij zette zich af op de ongekende hoogte van 67 meter, maakte een duikvlucht met twee salto’s en kwam heelhuids in het water terecht. Siebe Thissen, een erkend historicus en filosoof, heeft in zijn boek De jongen die van De Hef dook, een adembenemend portret gemaakt van en over Vlasblom.
Na de duik van Vlasblom probeerden de media de motieven van deze Rotterdammer te duiden en kenden een symbolische waarde toe aan de sprong, waarbij decennia later zelfs Hitler ten tonele verscheen het om sneller dan de wind het veld weer te ruimen. Een stofwolk van hele en halve waarheden werd opgetrokken en een uniek stadsverhaal kreeg vorm.
Aanvankelijk werd Vlasblom een held genoemd. Daarna en buiten zijn schuld […] om ook een dwaas. W.F. Hermans schreef in zijn De Donkere Kamer van Damocles (1958): ‘Wat is een held? Iemand die straffeloos onvoorzichtig is geweest.’ En zo was het waarschijnlijk ook. Vlasblom hield van duiken en ging hierin steeds verder, of liever gezegd: steeds hoger. In ons land steek je je beter niet boven het maaiveld, maar Vlasblom deed dat wel, met een duik vanaf een hoogte die niemand anders ooit had aangedurfd. Met gevolgen van dien.
Het ware motief van Vlasblom, het waarom hij die wereldwijd hoogste duik heeft gemaakt, komt niet boven drijven. Daar is hem wellicht nooit naar gevraagd. Zoals gezegd: het waren de media die, afhankelijk van de politieke achtergrond, hun verslag naar willekeur kleurden, niet zelden uit de tweede hand.
Lou Vlasblom, een jongen uit Crooswijk, een stadsdeel waar veel joden leefden en armoe vrijwel iedere inwoner node door het bloed stroomde, was niet de werkloze waarvoor een deel van de pers hem hield. Hij werkte als darmenschraper in de darmenwasserij van NeDa, de Nederlandse Darmindustrie. Hard en smerig werk, maar hij verrekte het zijn hand op te houden.
Met zijn doordachte en goed voorbereide sprong haalde Vlasblom niet enkel het nieuws, het had hem ook een maatschappelijke springplank kunnen brengen. Maar die schoof hij terzijde, vanwege persoonlijke omstandigheden, maar ook omwille van anderen. Vlasblom was een beleefde, sportieve jongen, die zichzelf voor alles en iedereen wegcijferde. Hierdoor, althans daar lijkt het op, kon de pers hem probleemloos maken en breken.
Voor de auteur (tevens samensteller) van het boek is 'de sprong' - een gedurfd schilderij van een Rotterdamse daad - ook sociaal en maatschappelijk uitgediept en omkaderd. Dit maakt het voor de lezer een genot om, mede vanwege de uitgebreide authentieke fotografie en correspondentie, voor een paar uurtjes terug te duiken in die zo goed als vergeten tijden.
Speciale aandacht is besteed aan het voorplat van De jongen die van De Hef dook. Het door Jan Houdijk gemaakte omslagontwerp is een heerlijke knipoog naar het klassieke avonturenboek. Los van alle maatschappelijke commotie die de sprong van Lou Vlasblom losmaakte, is het dat ook: een heerlijk avonturenboek.
De jongen die van De Hef dook (ISBN 978 90 831 6732 9, NUR 301) van Siebe Thissen is een uitgave van Uitgeverij de Meent (www.uitgeverijdemeent.nl). Het boek kost €22,99 en is verkrijgbaar bij de (online) boekhandel. Er is geen e-book versie.
Siebe Thissen studeerde geschiedenis en filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In 2000 promoveerde hij op De spinozisten. Wijsgerige beweging in Nederland (1850-1907). Hij schreef boeken en artikelen over de stad, beeldende kunst en populaire cultuur. Zijn boek Beelden. Stadsverfraaiing in Rotterdam sinds 1940 (2016) werd bekroond met de Mr. Jacques Dutilhprijs.
Recensie
Peter Joore
Cover en auteursfoto
@Donna Thissen
Alle boekrecensies zijn ook terug te vinden op: www.vlaardingenleest.nl