Een mooie samenloop van omstandigheden: terwijl in Maassluis begin deze zomer een replica van een trekschuit is nagebouwd die in april 2022 officieel zal worden gedoopt, verscheen bij uitgeverij Toth een prachtig en ruim geïllustreerd boek over hét openbaar vervoermiddel van de zeventiende, achttiende en begin negentiende eeuw in West-Nederland: de trekschuit. De ‘Atlas van de trekvaarten in Zuid-Holland’ bevat
een verzameling historische verhalen, geschreven door een team onder redactie van Marca Bultink, Jacques Moerman, Marloes Wellenberg en Ad van der Zee.
In de historische roman Nachtblauw, geschreven door Simone van der Vlugt, doet de hoofdpersoon verslag van haar reis van Alkmaar naar Leiden, die wordt gemaakt in de zeventiende eeuw: ‘Vergeleken met de reis van gisteren stelt het tochtje naar Amsterdam niet veel voor. Niet alleen de afstand valt mee, ook het comfort dat de trekschuit biedt verschilt behoorlijk van de open schuit waarmee ik uit Alkmaar ben vertrokken. [..] Omdat we niet afhankelijk zijn van de wind, varen we een constant tempo.’ De auteur laat hier de hoofdpersoon van het boek ervaren dat het reizen met de trekschuit in de zeventiende eeuw comfortabel, regelmatig en betrouwbaar is.
Zo’n drie eeuwen lang werden in de waterrijke gebieden van de lage landen vaarten met trekschuiten geëxploiteerd. Rudolf Filarski, auteur van het boek Tegen de stroom in: binnenvaart en vaarwegen vanaf 1800, schat dat in het tweede helft van de zeventiende eeuw 68 procent van het vervoer over water in een trekschuit plaatsvond. In 1808 zouden er in ons land zo’n 390 trekschuiten in de vaart geweest zijn.
In de ‘Atlas van de trekvaarten in Zuid-Holland’ geven de samenstellers aan dat ruim tweehonderd jaar lang dagelijks duizenden mensen gebruik maakten van deze vorm van vervoer. Het was zó goed georganiseerd, dat veel buitenlanders speciaal naar ons land kwamen om dit zelf te ervaren.
In dertig ruim geïllustreerde hoofdstukken wordt een goed beeld geschetst van de algemene gang van zaken rond het tot stand komen van de diverse vaardiensten in Zuid-Holland. Zo was voor de economie de trekschuit van vitaal belang, reden voor veel steden, waaronder Leiden, Delft, Den Haag, Schiedam en Rotterdam om fors te investeren in de nodige infrastructuur. In afzonderlijke hoofdstukken gaan de auteurs in op de lokale situatie, waar nodig voorzien van historische kaarten.
Voor wie is geïnteresseerd in de geschiedenis van de eigen omgeving is dit prachtig vormgegeven boek zeer aanbevelenswaardig. Een prachtig boek om te krijgen, maar ook om cadeau te doen.
‘Atlas v.d. trekvaarten in Zuid-Holland’ is verschenen bij uitgeverij Toth en kost € 29,95.
illustraties:
1. omslag van het boek
2. Illustratie uit het boek: de Haagse Trekvaart, geschilderd in 1650 door Jan van Goyen.
Alle boekrecensies zijn ook terug te vinden op: www.vlaardingenleest.nl
Recensie
Gerard van Os