De Vlaardinger
https://devlaardinger.nl/portals/0/afbeeldingen/logo-V.png
ONS.Vlaardingen wast handen terecht in onschuld
Verzoek duiding inzake mogelijke integriteitschending
Inzake de melding van een mogelijke integriteitschending betreffende partijfinanciering van ONS Vlaardingen, kreeg ik door tussenkomst van W. v.d. Vlies, interim adviseur van de griffie, de beschikking over de belangrijkste stukken van het betrekkelijke dossier. Zulks was ingegeven door uw wens om de kwestie en de voorhanden resultaten en bevindingen, voor te leggen aan een onafhankelijke deskundige.
Ik heb in ieder geval kennis genomen van de melding van de SP fractie inzake “integriteit” d.d. 21 september 2017, de reactie van ONS Vlaardingen in de vorm van een persbericht d.d. 22 september 2017 en het ongedateerd schrijven van de Commissaris van de Koning met kenmerk 2017-619191914.
Het Steunpunt Integriteitonderzoek politieke Ambtsdragers verricht geen zelfstandig persoonsgericht integriteitonderzoek. Het is ingesteld om beslissers over dergelijk integriteitonderzoek inzake vooral politieke ambtsdragers – in de gemeentelijke context is dat de burgemeester – bij te staan en te adviseren over deze spaarzame en ingewikkelde casuïstiek. Uiteraard beschik het Steunpunt wel over de voor dat onderzoek noodzakelijke kennis en vaardigheden, o.a. uit hoofde van ervaring bij verschillende overheden en bij het aldaar verrichten van onderzoeken naar integriteitsschendingen.
De kwestie handelt in essentie om de toelaatbaarheid, begrenzing en randvoorwaarden van sponsoring van politieke partijen.
Voor sponsoring van politieke partijen in 1e en 2e kamer geldt het volgende:
Giften en sponsoring
Een externe inkomstenbron van partijen zijn de giften en sponsoring die ze ontvangen. Natuurlijke personen of organisaties kunnen geld schenken aan een partij. Belangengroepen zijn bereid om politieke partijen te steunen wiens beleid gunstig voor hen is. Zo geeft het zakenleven vaak geld aan de rechtse partijen en de vakbonden vooral aan de linkse partijen. Bedrijven kunnen ook bepaalde zaken sponsoren. Het gaat vaak om organisaties die in het verleden tot dezelfde zuil behoorden en nu nog steeds sympathie voelen voor die politieke partijen. Giften en sponsoring zijn slechts in beperkte mate gewenst. Partijen moeten voorkomen dat de schijn van belangenverstrengeling wordt gewekt. De giften zijn bij de meeste partijen slechts een beperkt deel van het partij-inkomen.
In 2002 laaide de discussie over openheid van partijgiften op nadat Fortuyn i aankondigde 4 miljoen euro te kunnen bemachtigen uit zijn netwerk in de zakenwereld. Ook de financiering van de PVV i, wat in feite geen partij is, maar een vereniging met één lid, riep vragen op. Veel partijen hebben hun eigen beleid op het gebied van giften en sponsoring. Nederlandse politieke partijen die gebruik maken van sponsoring zijn bijvoorbeeld het CDA en de VVD. Zij laten al enkele jaren partijactiviteiten als congressen en studiebijeenkomsten sponsoren door bedrijven.
Sinds 1999 moeten giften aan een politieke partij van 4537,80 euro of meer, die niet afkomstig zijn van een natuurlijk persoon, openbaar worden gemaakt. Dit gebeurde door het te vermelden in het financieel verslag van de politieke partij. Er volgden echter geen sancties wanneer partijen dit niet deden. Vanaf 2013 zijn de regels over giften aangescherpt. De wet verplicht politieke partijen in de Eerste en Tweede Kamer om nu jaarlijks opgave te doen van giften vanaf 4500 euro en schulden hoger dan 25.000 euro.
Deze regels gelden ook voor financiële steun aan gelieerde instellingen van partijen en voor personen. Ook giften in natura vallen onder de strengere regels. In oktober 2014 zijn de giften die politieke partijen ontvingen voor het eerst openbaar gemaakt. Minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken publiceerde deze cijfers over het jaar 2013.
Hieruit blijkt dat de regelgeving in 2013 is aangescherpt en verder is bekend dat partijen hier op verschillende wijze mee omgaan. Uiteraard is deze regelgeving toegespitst op het parlement maar er kan wel de ratio van openheid over partijfinanciering uit worden afgeleid. (www.parlement.com/id/vhnnmt7l3ozz/partijfinanciering)
Toegepast op de casus van ONS Vlaardingen, acht ik het navolgende relevant:
•De partij is volstrekt transparant over de sponsoring, is er zelfs “fier” op en biedt aan de boeken op dit punt in te zien.
•De uitlatingen van de fractievoorzitter op 14 september 2017 zijn in volle openbaarheid gedaan. Het staat hem vrij het betoog van de advocaat te volgen als dit overeenstemt met zijn eigen (partij) opvattingen.
•Daarbij is ook het “hogere” belang genoemd: de dreigende schadeclaim. Hoe realistisch dit is, kan ik op basis van de voorhanden informatie niet beoordelen.
Ik ben van mening dat een extern onderzoek in brede zin weinig toegevoegde waarde heeft. De meeste gegevens zijn voorhanden of kunnen gemakkelijk worden verkregen door de aangeboden schouw van de boeken op te volgen. Een extern onderzoek in brede zin kost veel gemeenschapsgeld en dit kan alleen worden gelegitimeerd als “last resort” om aan de voor de beoordeling noodzakelijke feiten te komen of wanneer de organisatie hiervan kan leren in de zin dat toekomstige casuïstiek wordt vermeden of de interne mores kunnen worden bijgesteld.
Ik ken de actuele verhoudingen niet, kan mij voorstellen dat de verhoudingen ietwat verzuurd zijn (ook in het licht van de uitslag van de verkiezingen) maar zou toch menen dat een uitnodiging van de partijen, voorafgegaan door een beoordeling van de boeken, de lucht zou moeten klaren. De burgemeester zou een dergelijke rol kunnen pakken, immers de hoeder van de bestuurlijke integriteit. En indachtig het bovengenoemde schrijven van de CDK.
Van belangenverstrengeling is pas dan sprake als de zuiverheid van de besluitvorming in het geding is. Er moet dan sprake zijn van een zodanig gemankeerd verband tussen het standpunt van de partij en de “wederdienst” van de sponsor, dat die zuiverheid lijkt te zijn geschonden. In de voorhanden gegevens zie ik een dergelijk verband niet.
Een integriteitsonderzoek in brede zin heeft nu nog geen toegevoegde waarde. De feiten zijn bekend en kunnen alleen nog worden onderbouwd met een beoordeling van de boeken door een deskundige, bijvoorbeeld een (forensisch) accountant. Alleen het debat is op dit moment interessant. In dat verband siert het de raadsfractie die de kwestie heeft opgebracht. Met een bespreking van deze casus wordt de gemeentelijke “moresprudentie” gevoed: het toekomstig handelen in vergelijkbare casuïstiek wordt met een debat over een zaak als deze, van scherpere kaders voorzien.
Als uit het boekenonderzoek afwijkingen blijken die wellicht een nadere beoordeling verdienen, kunt u mij hierover opnieuw bevragen. Ik wil u danken voor het in mij gestelde vertrouwen en ben uiteraard bereid mijn bevindingen aan u toe te lichten. Ik wil dat echter graag tot die kring beperken. Dit advies beperkt zich tot uw vraag en deze casus in het bijzonder op basis van de aan mij toegezonden documentatie. Uiteraard staat het u vrij de betrokkenen, college en raad over mijn bevindingen te informeren.
Gepubliceerd:
Auteur:Peter Joore
Auteur:CAOP Adviseur Steunpunt Integriteitonderzoek Politieke Ambtsdragers
Gelezen:623 keer
Contact met auteur